Als een bv de door haar dga gedane betalingen als een vordering tegen de nominale waarde overneemt onder ongebruikelijke omstandigheden, kan er sprake zijn van een uitdeling.
De dga van een bv doet betalingen aan het steunfonds van de door hem opgerichte voetbalvereniging. De bv neemt de betalingen in 2012 als vordering tegen de nominale waarde over en vormt een voorziening. Zij vormt ook een voorziening voor bedragen die zij zelf in het steunfonds stort. De bv heeft tot oktober 2014 geen btw-aangiften ingediend. De inspecteur weigert beide voorzieningen, en concludeert dat de bv een uitdeling heeft gedaan aan de dga. Hij weigerde ook aftrek van bepaalde kosten en aanpassingen van loonkosten in verband met gebruikelijk loon van de dga. Voor de btw worden een aantal correcties toegepast op basis van de eigen administratie, onder meer omdat ten onrechte het factuurstelsel is toegepast.
Onzakelijke lening
Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2018:4896) oordeelde dat er sprake was van een onzakelijke lening, en volgde de inspecteur. De rechtbank kende de bv wel alsnog een kostenaftrek toe ter grootte van wat in eerdere jaren was geaccepteerd. De voor de btw aangebrachte correcties bleven in stand, maar de btw over één niet verwerkte factuur werd verminderd van 21 tot 19%. Er waren terecht verzuim- en vergrijpboetes opgelegd. De boetes vielen wel lager uit, onder meer wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Compromis op de zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden
De bv en de inspecteur komen overeen dat de door de rechtbank vastgestelde aanslagen in stand blijven, maar dat de boetes worden vernietigd. Zij spreken verder af dat de bv geen proceskostenvergoeding krijgt voor het hoger beroep.
Verdrag: art. 6 EVRM
Wet: art. 8:75 Awb, art. 27e, 67e en 67f AWR, art. 12a Wet LB, art. 13 en 34c Wet OB 1968 en art. 8 Wet Vpb 1969
Geef een reactie