Het bedrag aan te betalen vennootschapsbelasting kwam in 2017 uit op € 20,6 miljard. Dit laat Staatssecretaris Vijlbrief weten aan de Tweede Kamer in een brief met een overzicht van de cijfers vennootschapsbelasting.
Uit de tabel blijkt dat in 2017 voor € 1.609 miljard omzet opgegeven is. Hiervan viel 64% bij het grootbedrijf. Tegenover de omzet en overige opbrengsten staan diverse kosten. De belangrijkste post betreft de kosten van grond- en hulpstoffen van € 1.070 miljard. De personeelskosten bedragen € 221 miljard en de overige bedrijfskosten € 236 miljard. De afschrijvingen bedragen € 52 miljard. Per saldo wordt € 81 miljard aan rente ontvangen en € 107 miljard aan rente betaald. In beide gevallen komt het bedrag voor ongeveer 75% van het grootbedrijf.
Na aftrek van de voorheffingen en de verrekening van (buitenlandse) belasting ter voorkoming van dubbele belastingheffing (totaal € 2,2 miljard), is het totaal aan te betalen vennootschapsbelasting een bedrag van € 20,6 miljard. Hiervan wordt 51% door het grootbedrijf opgebracht.
Geen eenduidig criterium
Vijlbrief merkt op dat er geen eenduidig criterium is wat als onderdeel van de primaire heffingsstructuur gezien moeten worden en wat niet. Om die reden is iedere afbakening tot op zeker hoogte arbitrair. Dit geldt in het bijzonder voor de vennootschapsbelasting omdat deze belasting wordt geheven over de winst, wat het resultaat is van zowel positieve als negatieve winstbestanddelen. In de vennootschapsbelasting zijn veel zaken relevant voor het bepalen van de winst, zoals personeelskosten, de inkoop van grondstoffen, huisvestingskosten, afschrijvingen, rentekosten, dotaties aan voorzieningen, toepassing van de liquidatieverliesregeling, wijzigingen in toelaatbare fiscale reserves, toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling, toepassing van de innovatiebox, etc. Daarnaast zijn ook vrijstellingen (zoals de deelnemingsvrijstelling en de objectvrijstelling) onderdeel van de systematiek van de vennootschapsbelasting.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 11 maart 2020, nr. 2020-0000037746
Geef een reactie