Als een WOZ-beschikking ook van belang is voor de partner van de belanghebbende, kan de partner een medebelanghebbendebeschikking aanvragen. De gemeente moet dit verzoek accepteren, ook al is de partner op de hoogte van de oorspronkelijke WOZ-beschikking.
Een echtpaar dat was gehuwd in gemeenschap goederen woonde in een woning die was geregistreerd op naam van de man. De WOZ-beschikking werd bekendgemaakt aan de man, die geen bezwaar maakte tegen deze beschikking. Maar zijn echtgenote vroeg een medebelanghebbendebeschikking aan bij de gemeente. De gemeente weigerde. De Hoge Raad oordeelde dat deze weigering onterecht was. De vrouw had het vereiste fiscaal belang bij de gevraagde beschikking. De WOZ-waarde had namelijk gevolgen voor de onroerende zaakbelasting en de waterschapsbelasting. Ook benadrukte de Hoge Raad dat de gemeente niet mocht eisen dat de vrouw niet op de hoogte was of had kunnen zijn van de WOZ-beschikking die aan haar man was gericht.
Wet: artikelen 28 en 30, eerste lid Wet WOZ en artikel 26a, tweede lid AWR
Meer informatie: Hoge Raad, 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1668
Geef een reactie