Het betalen van partneralimentatie kan er soms toe leiden dat het gezamenlijk netto-inkomen van beide ex-partners fors daalt als gevolg van het huidige stelsel van belastingen en toeslagen. Het kabinet neemt wel een aantal maatregelen hiertegen antwoordt Van Rij op Kamervragen. Maar het is niet eenvoudig op te lossen zonder de inkomensondersteuning van lage en middeninkomens danig te verlagen of zonder forse budgettaire consequenties.
In een cijfervoorbeeld berekent de auteur van een artikel over partneralimentatie dat tegenover de € 10.000 die de ontvangende partner aan alimentatie krijgt, € 10.353 aan hogere belastingen en lagere
toeslagen staan, waarbij van de € 10.000 ontvangen alimentatie de partner netto dus helemaal
niets over houdt; sterker nog: onderaan de streep moet de partner zelfs € 353 bijbetalen.
Dat de marginale druk in het huidige stelsel zeer hoog en soms zelfs hoger dan 100% kan zijn, is het gevolg van de stapeling van inkomensafhankelijke regelingen schrijft Van Rij. Dat is een bekend onbedoeld gevolg van het huidige stelsel van belastingen en toeslagen. Helaas is dat niet eenvoudig (volledig) op te lossen en heeft elke hervorming bijeffecten. Er zou een grotere hervorming nodig zijn om dit effect te voorkomen die ofwel leidt tot het drastisch verminderen van de inkomensondersteuning aan lage en middeninkomens of gepaard gaat met zeer forse budgettaire gevolgen. Ook geldt dat aanpassingen leiden tot gevolgen voor de uitvoering.
Marginale druk van 100% of meer niet wenselijk
Van Rij vindt het wenselijk dat de draagkrachtige ex-partner indien nodig tijdelijk (sinds 2020 is dat gedurende maximaal vijf jaar) bijdraagt aan het levensonderhoud van de alimentatieontvanger. Dat is maatschappelijk ook te verkiezen boven een extra bijdrage vanuit de overheid. Als de ex-partner kan meebetalen aan het levensonderhoud van de alimentatieontvanger, is er minder noodzaak voor inkomensondersteuning vanuit de overheid. Tegelijkertijd vindt Van Rij een marginale druk van 100% of meer niet wenselijk.
Maatregelen
Het kabinet neemt een aantal maatregelen om dit tegen te gaan. Zo wordt de eigen bijdrage voor de kinderopvang onafhankelijk van het inkomen. Ook zijn de afgelopen jaren stappen gezet om situaties met zeer hoge marginale druk te voorkomen, bijvoorbeeld door het vervangen van de harde afbouwgrens in de huurtoeslag door een geleidelijk traject. Ook na deze maatregelen kan de marginale druk echter zeer hoog zijn. Helaas is dat niet eenvoudig op te lossen zonder de inkomensondersteuning van lage en middeninkomens danig te verlagen of zonder forse budgettaire consequenties.
Geef een reactie