Heeft de belastingplichtige geen aangifte gedaan maar evenmin een uitnodiging daartoe ontvangen van de Belastingdienst? Dan kan de inspecteur in een beroepsprocedure niet de omkering van de bewijslast eisen omdat de belastingplichtige geen aangifte heeft gedaan.
In een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden stelde de fiscus dat een man niet had voldaan aan zijn aangifteplicht. De inspecteur wilde daarom dat het hof de bewijslast zou omkeren, zodat de man aannemelijk moest maken dat de correcties van de Belastingdienst te hoog waren. De inspecteur kon echter niet bewijzen dat hij de man een uitnodiging om aangifte inkomstenbelasting te doen had verstuurd. De man had wel het aangifteprogramma geopend op de website van de Belastingdienst, maar dat telt niet als zo’n uitnodiging. Uit de handeling van de man valt immers geen wilsverklaring van de inspecteur af te leiden. Bovendien zou het bestempelen van het openen van het aangifteprogramma als het verzenden van een uitnodiging niet sporen met de werkwijze van de Belastingdienst. Het hof ziet voldoende redenen om de bewijslast neer te leggen bij de fiscus. Overigens weet de inspecteur inderdaad aannemelijk te maken dat hij de aanslag op een bedrag heeft gesteld dat niet te hoog is.
Wet: artikelen 6, eerste en tweede lid, 8 en 25, derde lid AWR
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 februari 2018 (gepubliceerd 23 februari 2018), ECLI:NL:GHARL:2018:1635
Geef een reactie