Als de inspecteur een onrechtmatige daad begaat tegenover iemand, is hij in beginsel verplicht de geleden schade te vergoeden. De volgende zaak voor Hof Den Bosch maakt duidelijk dat de belanghebbende dan wel moet kunnen aantonen dat hij door de onrechtmatige daad echt schade heeft geleden.
Een vrouw verrichtte haar werkzaamheden als ziekenverzorgster sinds 1 april 2008 als zelfstandige. Voor het jaar 2008 kreeg zij een Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) van de Belastingdienst. In de periode van november 2009 tot augustus 2010 kon de vrouw vanwege een operatie geen werkzaamheden verrichten. Voor de rest was de situatie in 2009 niet gewijzigd ten opzichte van 2008. Toch weigerde de inspecteur voor het jaar 2009 een VAR-beschikking af te geven. Hof Den Bosch oordeelde dat de inspecteur hiermee een onrechtmatige daad had begaan tegenover de vrouw. De fiscus moest daarom in eerste instantie de geleden schade vergoeden. De vrouw stelde dat zij door het gebrek aan een geschikte VAR minstens één klant per maand was misgelopen. Zij liet echter geen verklaringen zien van cliënten die deze bewering ondersteunden. De ziekenverzorgster stelde nog dat zij zonder VAR-wuo minder cliënten met een persoonsgebonden budget (PGB) kon werven. Maar het hof meende dat de vrouw weer meer tijd had om cliënten zonder PGB te verwerven. De stijging van de totale omzet in 2009 maakte dit ook aannemelijk. Nu de ziekenverzorgster geen schade had geleden, hoefde de Belastingdienst uiteindelijk geen schadevergoeding te betalen.
Wet: artikel 3.156 IB 2001 en artikel 6:104 BW
Meer informatie: Bron: Hof Den Bosch, 25 april 2014 (gepubliceerd 22 mei 2014), ECLI:NL:GHSHE:2014:1197
Geef een reactie