Een profvoetballer ontvangt een plaatsingspremie voor het behalen van de volgende speelronde in een Europees toernooi. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht voor de helft van de premie een tegemoetkoming vanwege dubbele belasting heeft verleend.
Een profvoetballer woont in het buitenland en speelt voor een Nederlandse club die deelneemt aan een Europees toernooi. Hij ontvangt een plaatsingspremie van € 58.824 voor het bereiken van de volgende ronde. De premie wordt gedeeltelijk toegerekend aan wedstrijden in aan het buitenland.
Geschil
Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil welk deel van de plaatsingspremie aan de werkzaamheden in het buitenland moet worden toegerekend en of de inspecteur voor het juiste bedrag voorkoming van dubbele belasting heeft verleend.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de plaatsingspremie rechtstreeks moet worden toegerekend aan de wedstrijden in de landen waarin deze zijn gespeeld. Gezien de aard van de vergoeding, wordt de helft van de premie toegerekend aan de uitwedstrijd in het buitenland en de andere helft aan de thuiswedstrijd in Nederland. De rechtbank acht rechtstreekse toerekening de juiste methode en verwerpt de tijdsevenredige toerekening. De inspecteur heeft correct gehandeld door voorkoming van dubbele belasting te verlenen voor de helft van de plaatsingspremie. Het beroep van de profvoetballer wordt ongegrond verklaard.
Geef een reactie