Als pleegkinderen door de fiscus als partner worden aangemerkt, kan dit negatieve financiële gevolgen hebben. De staatssecretaris van Financiën stelt nu voor om het partnerbegrip middels het Belastingplan 2018 zo aan te passen dat een partnerschap met (voormalige) pleegkinderen minder vaak voorkomt.
Als het gaat om de toepassing van het partnerbegrip door de Belastingdienst voor pleegkinderen, gaat de regeling gelden voor bloed- of aanverwanten in de eerste graad van de belanghebbende. Onder bloed- of aanverwant in de eerste graad van de belanghebbende zal tevens worden verstaan een pleegkind voor wie de (andere)meerderjarige een pleegvergoeding ontving of ontvangt op grond van de Wet op de jeugdzorg of de Jeugdwet, of kinderbijslag ontving op grond van de Algemene Kinderbijslagwet. Daardoor zal geen partnerschap van de belanghebbende met een (voormalig) pleegkind meer bestaan, tenzij beiden de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt en er voor het overige voldaan wordt aan de criteria die gelden voor partnerschap.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat een dergelijke maatregel met ingang van 1 januari 2018 uitvoerbaar is, mits – net als op dit moment ter zake van de aanverwant al geldt – wordt bepaald dat hier een gezamenlijk verzoek aan vooraf gaat om niet als partners te worden aangemerkt.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 24 mei 2017
Geef een reactie