De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de ‘thin capitalisation’-regeling (afgekort als ‘thincap’) niet in strijd is met het Europees recht en evenmin met de belastingverdragen met Portugal, Frankrijk en Duitsland.
De Hoge Raad erkent dat een situatie kan ontstaan waarin de ‘thincap’ vooral de buitenlandse ondernemingen van een internationaal concern treft. Maar dit is volgens de Raad nog geen reden om te stellen dat ‘thincap’ inbreuk maakt op de vrijheden van vestiging en kapitaalverkeer. De Rente- en royaltyrichtlijn staat evenmin de ‘thincap’ in de weg, omdat deze richtlijn uitsluitend ziet op de fiscale situatie van de schuldeiser en niet die van de schuldenaar. Ten slotte ging de Hoge Raad na of de ‘thincap’ in strijd is met het arm’s length-beginsel zoals dat voorkomt in de belastingverdragen met Portugal, Frankrijk en Duitsland. Ook hier zag de rechter geen strijdigheid. Het protocol bij het verdrag tussen Nederland en Portugal stelt zelfs duidelijk dat de ‘thincap’ los staat van het arm’s length-beginsel en dat Nederland in beginsel de ‘thincap’ mag toepassen. Deze regeling is immers meer gericht tegen de financieringsstructuur van een onderneming dan tegen een specifieke lening.
Overigens is het waarschijnlijk dat per 1 januari 2013 de ‘thincap’ wordt afgeschaft.
Verdrag: artikel 9 van het belastingverdrag Nederland-Portugal en artikel X van het bijbehorende protocol
Wet: artikel 10d Vpb 1969
Meer informatie: Hoge Raad, 21 september 2012, LJN: BT5858
Geef een reactie