Op basis van een richtlijn moeten rechters in zaken over WOZ-taxaties bij de berekening van proceskostenvergoeding een zaak over uitsluitend de proceskostenvergoeding als licht aanmerken. Maar dit betekent volgens de Hoge Raad niet dat andere zaken evenmin als licht zijn aan te merken.
In deze zaak was een woningeigenaar met succes in beroep gegaan tegen de WOZ-beschikking van de gemeente. Hij vond echter dat het hof bij de berekening van de proceskostenvergoeding ten onrechte de wegingsfactor van 0,5 voor lichte zaken had gebruikt. De man verwees naar de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties. Deze richtlijn stelt dat de rechter een wegingsfactor van 0,5 voor het gewicht van een zaak kan nemen als uitsluitend de proceskosten in geschil zijn. De Hoge Raad stelde dat de richtlijn strikt genomen geen algemeen verbindend voorschrift is. Toch is zij is aan te merken als recht waarvan een schending is te toetsen door de Hoge Raad. De Hoge Raad sluit echter niet uit dat een zaak ook als licht is aan te merken als zij niet uitsluitend over proceskosten gaat. De Hoge Raad vond dan ook niet dat het hof haar oordeel meer had moeten toelichten.
Meer informatie: Hoge Raad, 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3370
Geef een reactie