Het kan gebeuren dat er per ongeluk te veel loon wordt betaald, dat vervolgens wordt teruggevorderd. Dit vormt dan negatief loon van de werknemer. Van negatief loon is geen sprake als de inhoudingen op de netto uitkering of het loon van de werknemer bedoeld zijn voor schuldeisers van die werknemer.
Begrip ‘negatief loon’
Negatief loon is loon dat de werknemer terugbetaalt. Maar zo simpel is het niet. Bijvoorbeeld bij de terugbetaling/aflossing van een (personeels)lening is er geen sprake van negatief loon, omdat een lening niet tot het loon behoort. Het moet dus een als loon genoten bestanddeel zijn. Ook is het mogelijk dat een bepaalde voorwaarde in vervulling is gegaan, waardoor uiteindelijk te veel loon is betaald. Stel: een bedrijf heeft een regeling in het leven geroepen waarbij het te laat komen wordt bestraft met € 5 boete per keer. Eén van de werknemers komt drie keer te laat in een maand. Op zijn loon wordt € 15 in mindering gebracht. Dit is wel negatief loon.
Situaties
Er kunnen zich in dit kader drie situaties voordoen:
- de werkgever vraagt een bedrag terug in het jaar van betaling;
- de werkgever vraagt een bedrag terug na afloop van het jaar van betaling;
- de werknemer meldt uit op eigen initiatief dat er te veel loon is betaald.
Bedrag terugvragen in jaar van betaling
Een bedrijf kan door een foutieve betaling het nettobedrag terugvragen dat te veel aan de werknemer is uitbetaald. Het bedrag dat de werknemer dan terugbetaalt, is negatief loon in het tijdvak van terugbetaling. De eerdere foutieve betaling moet dan worden gecorrigeerd. Het moet dan wel gaan om loonbestanddelen die eerder in hetzelfde kalenderjaar te veel zijn betaald en door de werknemer ook in datzelfde jaar netto aan het bedrijf zijn terugbetaald.
Bedrag terugvragen na afloop van jaar
Het bedrijf kan ook na afloop van het kalenderjaar het brutoloon terugvragen van de werknemer. Het bedrag dat de werknemer daadwerkelijk terugbetaalt, is in het jaar van terugbetaling negatief loon. Ook dan moet het bedrijf de eerdere foutieve betaling corrigeren. De volgende twee situaties zijn dan mogelijk:
- Het bedrijf verrekent het negatieve loon met positief loon. De loonheffingen worden in dat geval berekend over het saldo van positief en negatief loon.
- Het bedrijf verrekent het negatieve loon niet of niet geheel met positief loon. Voor zover er geen verrekening plaatsvindt, kan de werknemer het terugbetaalde bedrag als negatief loon aftrekken in zijn aangifte inkomstenbelasting. In dat geval moet het bedrijf een negatieve jaaropgave maken. Bij de loonheffingen hoeft het bedrijf niets in te vullen.
Werknemer doet melding
Als de werknemer zelf direct meldt dat er te veel is betaald en betaalt hij dit direct terug, dan wordt gedaan alsof de betaling niet is gedaan. Heeft het bedrijf al aangifte gedaan over het tijdvak waarover de fout is geconstateerd, dan moet een correctie plaatsvinden door een nieuwe aangifte in te dienen of via een correctiebericht. Als de werknemer niet binnen een redelijke termijn laat merken dat hij het ten onrechte ontvangen loon wil terugbetalen, moet de werkgever in beginsel gewoon loonbelasting inhouden over het ten onrechte uibetaalde loon.
Te goeder trouw
Als de werknemer te goeder trouw is, keurt de fiscus meestal goed dat de terugbetaling voor de inkomstenbelasting wordt toegerekend aan het jaar waarin het onterecht genoten inkomen is ontvangen. De werknemer moet dan wel kunnen bewijzen dat hij het onterecht genoten inkomen daadwerkelijk heeft terugbetaald. Bovendien mag de werknemer de terugbetaling niet opgeven als negatief loon in het jaar van de betaling zelf. Heeft hij dat al gedaan, dan moet hij ermee akkoord gaan dat de fiscus de aftrek als negatief loon in het jaar van de werkelijke betaling terugdraait.
Last van progressienadeel
Als een werknemer in een bepaald jaar ten onrechte inkomen ontvangt, zal zijn inkomen dat jaar vaak hoger zijn dan normaal. In dat jaar kan hij dus onder een hoger belastingtarief vallen dan normaal. In het jaar van de terugbetaling is het inkomen lager, zodat de aftrek wegens negatief loon tegen een lager tarief geschiedt. Dit overkwam een man in een zaak bij Hof Den Haag. Hij stelde dat de door hem tot hogere dan de door de inspecteur geaccepteerde bedragen terugbetalingen waren gedaan die negatief loon vormden. Maar hij kon dit volgens de rechter niet bewijzen. Volgens de rechter waren de terugbetalingen op de uitkering van de man bovendien – in ieder geval voor een deel – ten onrechte als negatief loon aangemerkt. Het ging namelijk niet zozeer om terugbetaling van ten onrechte ontvangen uitkeringen maar om inhoudingen op de netto uitkering van de man ten behoeve van schuldeisers.
Wet: artikel 10 Wet LB 1964, artikel 3.81 en 3.82 Wet IB 2001
Meer informatie: Hof Den Haag, 20 november 2012 (gepubliceerd 7 februari 2013), LJN: BZ0926
Geef een reactie