Minister Kaag reageert op de aanbevelingen uit de wetenschapstoets die de commissie op het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen heeft laten uitvoeren.
Op de aanbeveling om geen grens te stellen voor gezamenlijke (geanonimiseerde) monitoring van transacties tussen particulieren, en indien nodig, stel deze niet te hoog, antwoordt de minister:
“Wij erkennen dat het instellen van een grens van € 100 voor transacties tussen particulieren deels ten koste gaat van de effectiviteit van de gezamenlijke transactiemonitoring. Het ligt voor de hand dat criminelen hun gedrag aanpassen aan deze grens, kan deze grens worden misbruikt om grote transacties op te knippen in kleine transacties (smurfing) en is bekend dat terrorismefinanciering middels kleine transacties kan geschieden. In eerdere versies van het wetsvoorstel werd geen grens gehanteerd. Naar aanleiding van kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State op de ongedifferentieerde verzameling van persoonsgegevens is onderzocht op welke manier de verwerking van persoonsgegevens van particulieren zo veel mogelijk kan worden beperkt, om de verwerking meer proportioneel en evenrediger in te richten. Naast het bestrijden van witwassen en tegengaan van terrorismefinanciering vinden wij de bescherming van privacy ook van groot belang. Daarom hebben we gezocht naar een evenwicht tussen beide belangen, zonder al te veel afbreuk te doen aan de effectiviteit van de gezamenlijke transactiemonitoring. Daarom is in het kader van de hierboven genoemde afwegingen van evenredigheid en proportionaliteit, ervoor gekozen om transacties tot het bedrag van € 100 tussen particulieren buiten de reikwijdte van de grondslag voor het gezamenlijk monitoren van transacties te laten vallen”.
Verder zijn er aanbevelingen om de doeltreffendheid van de maatregelen te meten aan de hand van een aantal indicatoren. Dit wordt ook onderschreven door de minister.
Geef een reactie