Als een B.V. de verbouwing van de woning van haar dga financiert, daarvan de kosten wil aftrekken en de btw wil aftrekken als voorbelasting, moet deze verbouwing wel zakelijk zijn. Als uiteindelijk alleen maar (luxe) privéruimtes tot stand komen, zal het zakelijk karakter ver te zoeken zijn.
Een B.V. kwam met haar dga overeen dat zij de kosten van de verbouwing van zijn woning tot een kantoorvilla zou betalen, zodat zij dit gebouw kon huren van de dga. De B.V. stelt dat de vergoedingen van de verbouwingskosten zakelijke uitgaven zijn. Daarom trekt de B.V. afschrijvingskosten op de investeringen af. Daarnaast geeft zij de btw op de verbouwingsuitgaven op als aftrekbare de voorbelasting in haar aangiften omzetbelasting. De inspecteur komt later tot de conclusie dat de verbouwing niet zakelijk is. Hij meent dat het gedateerde woonhuis van de dga is verbouwd tot een moderne, luxe villa. Daarom legt de fiscus de B.V. naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2008, 2009 en 2010 en navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2009, 2010 en 2011 op.
Geen vergunning
De B.V. gaat in beroep tegen deze navorderings- en naheffingsaanslagen. Maar Rechtbank Gelderland vindt evenmin dat de verbouwingskosten zakelijk zijn. Daarbij speelt een rol dat de dga het pand als woning heeft gekocht en in 2013, dus na de verbouwing, weer als woning heeft verkocht. Daarnaast had de B.V. geen vergunning om het pand als kantoor te gebruiken. Zij heeft pas in 2012 een vergunning aangevraagd om de parterre tot kantoorruimte te verbouwen. Bovendien liet het bestemmingsplan zakelijke verhuur van de andere verdiepingen niet toe zodat daarvoor een wijziging van het bestemmingsplan nodig was. Verder was er geen bewijs dat de villa in de markt is aangeboden als voor commercieel verhuur bestemde kantoorruimte. Na de verbouwingen waren een luxe keuken, luxe badkamer, ouderslaapkamer en babykamer gerealiseerd. De rechtbank oordeelt dat geen kantoorvilla tot stand is gekomen. De B.V. heeft dus ten onrechte afgeschreven op de verbouwingskosten en de btw op deze kosten is niet aftrekbaar als voorbelasting. De rechtbank oordeelt wel dat de Belastingdienst de naheffingsaanslag omzetbelasting over 2008 te laat heeft verzonden, zodat de rechter deze naheffingsaanslag vernietigt. Maar de overige naheffingsaanslagen en de navorderingsaanslagen blijven in stand.
Wet: art. 8, eerste lid Wet Vpb 1969, art. 3.8 Wet IB 2001 en art. 15 Wet OB 1968
Bronnen: Rechtbank Gelderland 14 juni 2019 (gepubliceerd 19 juni 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:2597 en Rechtbank Gelderland 14 juni 2019 (gepubliceerd 19 juni 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:2598
Geef een reactie