Als de belanghebbende het griffierecht niet betaalt, kan de belastingrechter zijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaren. Maar blijkt uit een afdruk van het document van bezorging dat de griffierechtnota en herinnering naar een ander adres dan het bekende adres van de belanghebbende zijn gestuurd, dan is niet-ontvankelijkverklaring niet zonder meer mogelijk.
Een B.V. was in cassatie gegaan nadat Rechtbank Den Haag haar beroepschrift tegen een aanslag vennootschapsbelasting niet-ontvankelijk had verklaard. De reden voor het niet-ontvankelijk verklaren was dat de B.V. het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Maar de B.V. ontkende zowel de griffierechtnota als de aangetekende betalingsherinnering te hebben ontvangen.
Verkeerd bezorgd
In dat geval is het aan de rechter om te onderzoeken of PostNL de aangetekende brief op regelmatige wijze heeft bezorgd op het adres van de belanghebbende. De Hoge Raad constateerde aan de hand van een afdruk van het document van bezorging van PostNL dat de betalingsherinnering was uitgereikt op nummer 1 van een bepaalde straat. De B.V. had in haar beroepschrift als adres 1a opgegeven. De rechtbank had daarom niet zomaar ervan uit mogen gaan dat de B.V. de betalingsherinnering had ontvangen. De Hoge Raad verwees de zaak naar Rechtbank Noord-Holland voor verdere afhandeling van het geschil.
Wet: artikelen 8:41, eerste en zesde lid en 8:54 Awb
Meer informatie: Hoge Raad 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2260
Geef een reactie