Er moet worden nagegaan of een rechtsbetrekking bestaat tussen afnemer en aanbieder van een dienst voordat wordt beoordeeld of één of meer zelfstandige handelingen zijn verricht voor de btw. Dit heeft de Hoge Raad onlangs beslist.
Een mevrouw exploiteerde een privéhuis waarin klanten tegen vergoeding gebruik konden maken van de diensten van prostituees. In geschil was of de bedragen die de klant betaalde aan de dame een betaalde vergoeding vormden voor hetzij één dienst dan wel meerdere te onderscheiden diensten. Het hof oordeelde op basis van feiten dat de gemiddelde klant de dienstverlening zou ervaren als één dienst verricht door de exploitant. De Hoge Raad oordeelde echter dat het hof eerst had moeten onderzoeken of er een rechtsbetrekking bestond tussen de klant en de prostituee. Ook moest het hof onderzoeken of er een rechtsbetrekking bestond tussen de exploitant en de klant voor alle handelingen – ook die van de prostitué – die voor de klant werden verricht. De Hoge Raad verwees de zaak.
Wet: artikel 1 Wet op de omzetbelasting 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 6 januari 2011, LJN: BV0258
Geef een reactie