Minister Carola Schouten stuurt de Tweede Kamer een brief met een toelichting op de al eerder aangekondigde steunmaatregelen voor de land- en tuinbouw. Vanaf 7 mei kunnen bedrijven een aanvraag doen bij RVO.nl
Ondernemingen komen voor de regeling in aanmerking als zij in de periode van 12 maart tot en met 11 juni 2020 ten opzichte van de gemiddelde omzet in dezelfde periode in de drie voorgaande jaren 2017-2019 te maken hebben met acute vraaguitval van bederfelijke producten, terwijl de kosten doorlopen. Er is gekozen voor 12 maart omdat dat de datum is dat de Italiaanse overheid als eerste maatregelen heeft afgekondigd om de verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan. Deze ondernemers komen in aanmerking voor een financiële compensatie wanneer er sprake is van een omzetdaling van minimaal 30%, om zo onder andere onvermijdelijke seizoensgebonden loonkosten te kunnen blijven betalen. Uitgangspunt is dat 30% van de omzetderving onder het ondernemersrisico valt en dat de Staat de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert. Bovenstaande geldt voor primaire ondernemingen in de sierteelt en primaire ondernemingen in de voedingstuinbouw die vrijwel volledig afhankelijk zijn van afzet aan de horeca.
Bij primaire ondernemers in de voedingstuinbouw geldt aanvullend op het bovenstaande dat minimaal 75% van de omzet betrekking te hebben op directe of indirecte leveringen aan de zogenoemde food-services (restaurants en andere horecabedrijven). Het kan ook gaan om horeca in een andere lidstaat. De tegemoetkoming wordt voor telers gebaseerd op de omzetderving die op deze leveringen betrekking heeft.
Voor groothandelsondernemingen in de voedingstuinbouw waarvan minimaal 75% van de omzet betrekking heeft op leveringen aan de zogenoemde food-services, en bij groothandelsondernemingen in de sierteelt geldt de regeling ook en wordt de tegemoetkoming gebaseerd op de gederfde bruto winst.
Wegtransporteurs
Gespecialiseerde wegtransporteurs van bloembollen, sierplanten, perkplanten, potplanten, snijbloemen, heesters en boomkwekerijgewassen die transporteren van telers naar veilingen en groothandelaren vallen eveneens onder het bereik van de regeling. De tegemoetkoming van deze groep wordt vastgesteld op basis van de gederfde omzet in bovengenoemde periode.
De tegemoetkoming voor de veilingen van sierteeltproducten wordt bepaald op basis van gederfde provisies en gederfde opbrengst van relevante heffingen die de veiling oplegt aan de aangesloten leden. Hierbij bij wordt eveneens gekeken naar de bovengenoemde periode.
Maximum
Om zeker te stellen dat alle ondernemingen die extra ondersteuning nodig hebben en aanspraak maken op de regeling ook daadwerkelijk steun kunnen ontvangen is ervoor gekozen om per onderneming een maximum te stellen aan de tegemoetkoming op basis van omzetcategorieën. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de verwachte schade van individuele bedrijven in de verschillende categorieën. Het uitgangspunt van de regeling is ondernemers aanzienlijk tegemoet te komen voor de geleden schade, maar beoogt geen volledige schadeloosstelling. De regeling kent de volgende plafonds per onderneming:
Gemiddelde omzet / bruto winst van een onderneming over de periode 12 maart tot 11 juni in 2017, 2018, 2019 | Plafond per onderneming |
< € 200.000,- | € 100.000,- |
€ 200.000,- tot € 500.000,- | € 250.000,- |
€ 500.000,- tot € 3.000.000,- | € 500.000,- |
=> € 3.000.000,- | € 1.000.000,- |
Voorwaarde voor tegemoetkoming is verder dat de onderneming in de kern gezond is en geen faillissement of surseance van betaling is aangevraagd. Ook mag er geen sprake zijn van overcompensatie door accumulatie van compensatie uit andere regelingen.
Vanwege de urgentie om ondernemers zo snel mogelijk te ondersteunen, verstrekt RVO binnen enkele dagen na een aanvraag een voorschot op de tegemoetkoming. Het voorschot wordt achteraf verrekend met de definitieve tegemoetkoming. Indien het totale bedrag van de aangevraagde tegemoetkomingen het beschikbare budget van € 600 mln overschrijdt, wordt een procentuele verlaging toegepast op alle tegemoetkomingen.
Fritesaardappelen
Telers die nog fritesaardappelen in opslag hebben liggen van seizoen 2019, die niet meer verwerkt gaan worden tot frites of verkocht kunnen worden aan de groothandel en detailhandel kunnen aanspraak maken op compensatie. Compensatie zal plaatsvinden op basis van de kilo’s fritesaardappelen die telers laten afvoeren, waarbij weegbonnen, vrachtbrieven en facturen als bewijslast dienen dat deze aardappelen niet tot frites zijn verwerkt. De regeling is uitsluitend bedoeld voor telers die getroffen worden door het wegvallen van de vraag naar fritesaardappelen, voor de aardappelen waarvan de contracten worden nageleefd en nog wel frites van wordt gemaakt wordt geen compensatie gegeven.
Meer informatie: Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19, 8 mei 2020
Geef een reactie