Door een onbedoelde en complexe samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid is er een groep alleenverdienende huishoudens die een lager besteedbaar inkomen heeft dan een paar in de bijstand. Het kabinet maakt nu geld vrij voor een tijdelijke oplossing voor deze groep en werkt aan een structurele oplossing.
Fundamentele oplossing op termijn
Er wordt een gerichte herinvoering van de uitbetaling van de AHK voor de betreffende doelgroep uitgewerkt, waarbij doenlijkheid een belangrijke factor is voor de uiteindelijke vormgeving. De uitvoeringsgevolgen worden in kaart gebracht om invoering per 2028 mogelijk te maken. Deze maatregel loopt door totdat de afbouw van de dubbele AHK in de bijstand is voltooid (dat is 2036 bij huidig beleid, inclusief recente augustusbesluitvorming ) of de oorzaak van de problematiek op andere wijze is weggenomen. Daarmee wordt de problematiek bij de bron opgelost. Omdat met deze oplossing een beroep wordt gedaan op de reeds overbevraagde IV-capaciteit van de Belastingdienst is deze oplossing niet op korte termijn maakbaar. Een uitvoeringstoets van de Belastingdienst moet uitwijzen of de beoogde invoering per 2028 daadwerkelijk mogelijk is. De regeling wordt opgenomen in het Belastingplan 2025.
Korte termijnoplossing
Het kabinet wil ook op korte termijn een oplossing bieden. Daarom heeft het kabinet met gemeenten en de betrokken uitvoerders de mogelijkheid onderzocht om met een overbruggingsregeling de betreffende huishoudens in de jaren 2024-2027 tegemoet te komen. Een tijdelijke regeling bleek niet op korte termijn uitvoerbaar voor UWV of Dienst Toeslagen. Daarop heeft de VNG aangegeven dat gemeenten uitvoering kunnen geven aan een tijdelijke oplossing mits aan een aantal belangrijke randvoorwaarden wordt voldaan. Ook dient een uitvoeringstoets door de VNG eind dit jaar een positief beeld te geven van de uitvoerbaarheid. Dat laatste is van belang omdat ook de gemeentelijke uitvoering onder druk staat.
Jaarlijks forfaitaire tegemoetkoming
De strekking van de tijdelijke regeling is dat gemeenten huishoudens jaarlijks een forfaitaire tegemoetkoming bieden. De hoogte van de forfaitaire tegemoetkoming wordt jaarlijks vastgesteld en zal ieder jaar afnemen, omdat het verschil in afbouw van de AHK in de fiscaliteit en bijstandsberekening onder huidig beleid de komende periode afneemt. Gemeenten dragen eindheffing af over de forfaitaire tegemoetkoming. Daardoor is sprake van een netto-tegemoetkoming zonder doorwerking op het toetsingsinkomen van het huishouden en naar inkomensafhankelijke regelingen, specifiek de huur- en zorgtoeslag.
Geef een reactie