Importeert men in oktober 2014 nieuwe auto’s vanuit Duitsland, dan leidt registratie van die auto’s in het kentekenregister in 2014 en een tenaamstelling van het kenteken in januari of februari 2015 tot toepassing van het (lagere) BPM-tarief 2014. Bij registratie in het kentekenregister in 2015 is het hogere BPM-tarief van toepassing. Deze regeling is niet strijdig met Europees verdragenrecht. Mr. Heleen Elbert, fiscaal jurist en promovenda autobelastingen aan de Erasmus Universiteit geeft een reactie.
Een autohandelaar schafte in oktober 2014 in Duitsland auto's aan die al in Duitsland waren geregistreerd in het Duitse kentekenregister. In april of augustus 2015 deed de handelaar in Nederland aangifte BPM en droeg de BPM af.
In geschil was of voor de registratie en tenaamstelling in het Nederlandse kentekenregister in 2015 het BPM-tarief 2014 mocht worden toegepast. De handelaar had telkens overzichten gemaakt uit het Nederlandse kentekenregister. Hieruit kon worden afgeleid dat een aantal referentievoertuigen die in 2015 voor het eerst in Nederland in gebruik waren genomen niet in de heffing van de BPM waren betrokken naar het tarief van 2015, maar naar het tarief van 2014.
Volgens de handelaar was sprake van ongeoorloofde fiscale discriminatie en strijd met Europees verdragenrecht. Hof Amsterdam oordeelde dat dit niet het geval is. De overgangsbepaling in de BPM vindt toepassing in zowel het geval dat een auto reeds eerder geregistreerd is geweest in een andere Europese lidstaat als in het geval dat een auto nog niet geregistreerd is geweest. Bovendien had de handelaar deze overgangsbepaling ook kunnen toepassen. Hij had de in oktober 2014 aangeschafte (nieuwe) auto’s in Nederland kunnen registreren in november of december 2014 en het kenteken op naam kunnen stellen in januari of februari 2015. Dan had hij ook de tarieven BPM 2014 kunnen gebruiken. De handelaar heeft er evenwel voor gekozen om van deze mogelijkheid geen gebruik te maken. Het hof heeft het hoger beroep van de Belastingdienst gegrond verklaard.
Reactie mr. Heleen Elbert
'De staatssecretaris zal opgelucht ademhalen na deze uitspraak in hoger beroep. Wanneer het hof de lijn van de rechtbank zou hebben gevolgd, had dit mogelijk kunnen beteken dat voor alle in 2015 geregistreerde auto's het BPM tarief uit 2014 toegepast zou kunnen worden. Wellicht zou deze lijn dan nog doorgetrokken kunnen worden na andere jaren. Een goede BPM kerst voor de staatssecretaris dus. Dat op auto's uit een bepaald jaar een tarief uit een eerder jaar wordt toegepast is niet uitzonderlijk. Op grond van de overgangsregeling bij tariefsverhoging (artikel 16a Wet BPM) kun je namelijk de eerste twee maanden van het nieuwe jaar nog gebruik maken van het tarief van het vorige jaar, uiteraard onder voorwaarden. Belanghebbende uit deze cases bepleitte dat hij ook eind 2015 nog gebruik zou kunnen maken van het oude tarief omdat dit bij een fors aantal andere auto's ook zou zijn goedgekeurd.'
Wet: Art. 16a Wet BPM en art. 110 VWEU
Meer informatie: Grechtshof Amsterdam 28 november 2017 (gepubliceerd 13 december 2017), ECLI:NL:GHAMS:2017:5118
Geef een reactie