De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de regeling waarmee werkgevers 30% van het salaris van hun expats belastingvrij mogen uitkeren (30%-regeling). Er bestaan grote twijfels of het criterium van een inkomen van nog geen € 37.000 per jaar, dat geldt als kwalificatie voor schaars talent, wel houdbaar is.
De Belastingdienst geeft 52.000 buitenlanders die in Nederland onder de noemer ‘schaars talent werken’ gemiddeld € 13.500 loonsubsidie per jaar. Dat kost de overige belastingbetalers € 700 miljoen op jaarbasis. Echter, niemand gaat na of Nederlanders het werk van de expats ook hadden kunnen doen. Volgens de Rekenkamer is nooit onderzocht of de regeling de doelstelling verwezenlijkt waarvoor hij is bedoeld: werkgevers helpen die deskundigheid zoeken die in Nederland niet voorhanden is, en behoud van een aantrekkelijk vestigingsklimaat. De Rekenkamer zocht bovendien vergeefs naar antwoord op de vraag of de onbelaste vergoeding van 30% van het fiscale loon
in de buurt komt van de werkelijke 'extraterritoriale kosten' die de werknemer maakt.
Looncriterium
De Belastingdienst controleert nog maar in één beroepsgroep, namelijk profvoetbal, of de betreffende buitenlander voldoet aan de vraag of er een in Nederland schaarse deskundigheid aan te pas komt. Bij alle andere expats neemt de Belastingdienst genoegen met een looncriterium van € 36.889 per jaar. De Rekenkamer wijst erop dat het modale inkomen in 2012, toen die norm werd vastgelegd, € 33.000 was. De onderzoekers, die vrije toegang hebben tot ministeries en Belastingdienst, hebben geen bewijzen gevonden waaruit blijkt dat werknemers die daar € 4000 boven zitten per definitie schaarse talenten bezitten.
Meer informatie: Algemene Rekenkamer, 18 mei 2016
Geef een reactie