Via een besluit heeft de staatssecretaris van financiën enkele beleidsbesluiten voor bedrijfsfusie, juridische splitsing en juridische fusie aangepast aan de invoering van de earningsstrippingsmaatregel.
Om een bedrijfsfusie, juridische splitsing of juridische fusie fiscaal te faciliteren moet men voldoen aan de standaardvoorwaarden. Het nieuwe besluit breidt onder meer de standaardvoorwaarden uit met de voorwaarde dat overdragende partij subjectgebonden aanspraken blijft houden. Daartoe behoren ook aanspraken op voortwenteling van een saldo aan renten die onder de earningsstrippingsmaatregel vielen. Het besluit behandelt ook de renten die bij de overnemer zijn ontstaan vóór het overgangstijdstip (de zogeheten voorfusierenten) Bij de voortwenteling zijn deze voorfusierenten aftrekbaar in een jaar dat eindigt na het overgangstijdstip voor zover:
- in dat jaar ruimte bestaat voor het in aftrek brengen van voortgewentelde saldi aan renten; en
- bij de overnemer in dat jaar ruimte zou bestaan voor het in aftrek brengen van voortgewentelde saldi aan renten als de bedrijfsfusie niet zou hebben plaatsgevonden.
Deze regel geldt niet voor zover de ruimte voor het in aftrek brengen van voortgewentelde saldi aan renten ontstaat door rechtshandelingen die voor meer dan 50% zijn gericht op het verruimen van de mogelijkheid om voorfusierenten in aftrek te brengen. De fiscus gaat ervan uit dat dit het geval is als de rechtshandeling niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen.
Wet: art. 14, 14a, 14b en 15b Wet Vpb 1969
Meer informatie: Staatscourant 9 mei 2019 (gepubliceerd 21 juni 2019), 34646
Geef een reactie