Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën stuurt de Tweede Kamer antwoorden op vragen over een verschillend btw-tarief op verschillende vormen van educatie.
De btw-onderwijsvrijstelling is van toepassing op onder andere het wettelijk geregeld onderwijs en onderwijs in muziek, dans, drama en beeldende vorming aan personen jonger dan 21 jaar. Muziekles aan personen van 21 jaar of ouder is overigens belast naar het algemene btw-tarief van 21%. Sportlessen kunnen onder een btw-vrijstelling, het verlaagde btw-tarief of het algemene btw-tarief vallen. Dit is afhankelijk van het feit of de ondernemer die de sportles verzorgt het recht verleent gebruik te maken van de sportaccommodatie én of deze ondernemer wel of niet winst beoogt. Het klopt dat een autorijles voor het rijbewijs B belast is naar het algemene btwtarief.
Activiteiten van algemeen belang
Op grond van de Europese BTW-richtlijn 2006/112 (de richtlijn) zijn de lidstaten van de EU verplicht te voorzien in een btw-vrijstelling voor bepaalde activiteiten van algemeen belang, zoals ‘onderwijs aan kinderen of jongeren, school- of universitair onderwijs en beroepsopleiding of –herscholing’. In de Wet op de omzetbelasting 1968 is aan die verplichting uitvoering gegeven door het opnemen van een btw-vrijstelling (onderwijsvrijstelling) voor onder meer het wettelijk geregeld onderwijs en onderwijs in muziek, dans, drama en beeldende vorming aan personen jonger dan 21 jaar. Of de onderwijsvrijstelling van toepassing is, hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals bijvoorbeeld de leeftijd van de leerling in het geval van muziekonderwijs. De richtlijn verplicht lidstaten van de EU om van btw vrij te stellen de diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding door instellingen zonder winstoogmerk aan personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen. In de Wet OB 1968 is daaraan uitvoering gegeven met de sportvrijstelling voor instellingen die geen winst beogen.
Daarnaast biedt de richtlijn de mogelijkheid voor lidstaten een verlaagd btw-tarief op te nemen voor diensten die bestaan uit het recht om gebruik te maken van sportaccommodaties. Van die mogelijkheid is in de Wet OB 1968 gebruik gemaakt met het verlaagde btw-tarief voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening door winstbeogende instellingen en baden.
Rijles geen school of universitair onderwijs
Het Europese Hof van Justitie heeft beslist dat autorijlessen om een rijbewijs B te verkrijgen geen “school of universitair onderwijs” in de zin van de richtlijn is. De richtlijn kent ook geen mogelijkheid voor toepassing van een (specifieke) btwvrijstelling of verlaagd btw-tarief voor autorijlessen voor het rijbewijs B. Onderwijs dat zich primair richt op het bijbrengen en ontwikkelen van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer (zoals lessen voor het rijbewijs B) moet op grond van de richtlijn worden belast naar het algemene btw-tarief.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 14 september 2020
Geef een reactie