Het versturen van een bezwaarschrift per post brengt het risico met zich dat het bezwaarschrift te laat aankomt. Als de belanghebbende in deze situatie de schuld van het te laat ontvangen legt bij het postkantoor, zal hij dit echt aannemelijk moeten maken, aldus Hof Den Haag.
Het hof stelde namelijk in de desbetreffende zaak voorop dat het risico voor rekening van de belanghebbende komt als deze ervoor kiest om zijn bezwaarschrift per post te versturen. In deze zaak had een man zijn bezwaar tegen een aanslag onroerendezaakbelastingen uiterlijk 11 november 2011 op de post moeten doen. De gemeente ontving het bezwaarschrift echter pas op 17 november 2011. De man weet deze termijnoverschrijding aan de medewerkers van het postkantoor. Maar de rechter haalde uit de reactie van de klantenservice van het postkantoor niet dat zij verantwoordelijk waren voor de vertraging. De man kon dit evenmin op een andere manier aannemelijk maken. Ook stond op de envelop waarin het bezwaarschrift zat een poststempel met als datum 15 november 2011. In beginsel leidt de rechter uit de datum van de poststempel af wat de datum van de verzending is. Het hof concludeerde daarom dat de man zijn bezwaarschrift te laat had gepost, zodat de gemeente het terecht niet-ontvankelijk had verklaard.
Wet: artikelen 6:7, 6:9, eerste lid en 6:11 Awb en artikel 22j, onderdeel a AWR
Meer informatie: Hof Den Haag, 25 november 2013 (gepubliceerd 13 november 2014), ECLI:NL:GHDHA:2013:5366
Geef een reactie