Belastingaanslagen worden in de regel geadresseerd aan het vestigingsadres dat in het handelsregister van de KvK is ingeschreven. Bedrijven die correspondentie van de fiscus op een ander adres willen ontvangen, moeten uitdrukkelijk hierom verzoeken. Ontbreekt dit verzoek, dan ligt het risico van een onjuiste adressering bij de belastingplichtige.
Zo oordeelde Rechtbank Gelderland in een zaak, die een bv had aangespannen nadat de fiscus haar bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard wegens termijnoverschrijding. De bv stelde dat de aanslag als gevolg van het hanteren van een onjuist toezendadres door de fiscus niet op de voorgeschreven wijze was bekend gemaakt. De inspecteur had de aanslag namelijk gestuurd naar het vestigingsadres dat in handelsregister van de Kamer van Koophandel was ingeschreven in plaats van het correspondentieadres van de bv. Volgens de bv had zij hierdoor de naheffingsaanslag niet tijdig ontvangen. De rechtbank wees de bv erop dat belastingaanslagen bekend worden gemaakt aan het adres met de hoogste prioriteit: het vestigingsadres. Een ander adres wordt voor de bekendmaking van belastingaanslagen alleen gebruikt op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige. Nu dit verzoek ontbrak, mocht de inspecteur bij de bekendmaking van de naheffingsaanslag gebruikmaken van het vestigingsadres. Het feit dat in het handelsregister naast een vestigingsadres ook een correspondentieadres was vermeld, maakte het oordeel niet anders. Volgens de rechter kon dus niet worden gezegd dat de aanslag de bv niet tijdig had bereikt als gevolg van een fout van de fiscus. De rechtbank oordeelde dan ook dat de aanslag op de voorgeschreven wijze was bekend gemaakt. En aangezien het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend, werd dit terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Wet: artikel 6:7 en artikel 6:11 Awb
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 7 mei 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:2983
Geef een reactie