Het is aan partijen zelf om bij het berekenen van de hoogte van een schadeloosstelling omdat de werkgever te weinig pensioen toekende ook rekening te houden met een belastingnadeel. Daarin is geen rol weggelegd voor de Belastingdienst.
Staatssecretaris Van Rij reageert op een brief over de belastingheffing over een schadeloosstelling in de vorm van een eenmalige uitkering omdat de werkgever te weinig pensioen toekende aan de ex-werknemer.
Een ex-werknemer (A.R.) ontvangt na een juridisch geschil een schadeloosstelling in de vorm van een eenmalige uitkering omdat de werkgever te weinig pensioen toekende aan de ex-werknemer. De ex-werknemer is al enkele jaren pensioengerechtigd, de schadeloosstelling ziet zowel op het verleden als op de toekomst. Door de schadeloosstelling komt een deel van het inkomen van de ex-werknemer in een hogere belastingschijf/tariefschijf terecht dan het geval was geweest als het inkomen niet in één jaar maar in meerdere jaren was genoten.
Geen rol voor Belastingdienst
Het belasten in de jaren voorafgaand aan het genieten van het loon is op grond van de wet niet mogelijk. De schadeloosstelling in de situatie van A.R. komt voort uit een geschil met een ex-werkgever. De ex-werkgever heeft daarbij kennelijk onterecht te weinig pensioen berekend en uitgekeerd in voorgaande jaren. Als gevolg daarvan wordt nu een (groter) deel van dat inkomen belast tegen een hoog tarief. Het belastingnadeel komt primair voort uit een private rechtsverhouding. Het ligt op de weg van partijen om bij het berekenen van de hoogte van de schadeloosstelling ook rekening te houden met een belastingnadeel (zowel het progressienadeel in het jaar van uitbetaling als de jaarlijks berekende box 3- heffing) dat de ontvangende partij ondervindt. Daarin is geen rol weggelegd voor de Belastingdienst. Hetzelfde geldt bij andere nabetalingen.
Geef een reactie