Rechtbank Amsterdam oordeelt dat Ernst & Young niet actief had onderzocht of een vennootschap na de door hen geadviseerde herstructurering daadwerkelijk onder de deelnemingsvrijstelling viel. Hierdoor was het advieskantoor tekort geschoten in de advisering en schadeplichtig.
De belastingadviseurs van Ernst & Young hadden over een periode van 19 jaar fiscale adviezen verleend aan een echtpaar. De man en de vrouw waren uiteindelijk echter ontevreden en daagden het belastingadvieskantoor voor de rechter, met een viertal klachten. Een van de klachten ging over de transparantie van de twee trusts die de man had opgericht. De belastingadviseurs waren er hierbij van uitgegaan dat sprake was van fiscale transparantie. Hoewel het echtpaar stelde dat de belastingadviseurs ten onrechte tot deze conclusie waren gekomen, oordeelde Rechtbank Amsterdam dat Ernst & Young op basis van de gegevens die zij op dat moment had terecht had kunnen adviseren dat de trust transparant was. Er was dus geen sprake schending van de zorgplicht.
Deelnemingsvrijstelling
Een andere klacht ging over toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Na een geadviseerde herstructurering werden aandelen in een bank gehouden door S Ltd. De bank was een zogenoemde 1929-vennootschap, opgericht naar Luxemburgs recht en daar onderworpen aan een bijzonder regime van belastingheffing naar de winst. Het belastingadvieskantoor had in de advisering nagelaten te onderzoeken of de Luxemburgse vennootschap daadwerkelijk aan de onderworpenheidseis van de deelnemingsvrijstelling voldeed. En omdat de toepasselijkheid van de deelnemingsvrijstelling een cruciale factor was in de herstructurering, mocht van een redelijk handelend en vakbekwaam belastingadvieskantoor worden verwacht dat zij dit onderzoek wel had uitgevoerd. Door dit na te laten was Ernst & Young tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, zo oordeelde de rechter. De hoogte van de te betalen schadevergoeding wordt later door de rechter bepaald.
Wet: artikel 13 Wet Vpb
Meer informatie: Rechtbank Amsterdam, 8 januari 2014 (gepubliceerd 7 februari 2014), ECLI:NL:RBAMS:2014:490
Geef een reactie