Tussen 16 maart 2013 en 1 april 2016 was de Belastingdienst niet wettelijk verplicht om inkomensindicaties aan verhuurders te verstrekken. Huurders hebben recht op schadevergoeding voor schade wegens huurverhogingen als gevolg van in deze periode verstrekte inkomensindicaties.
Een woningcorporatie heeft de Belastingdienst verzocht inkomenindicaties over de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016 te verstrekken van een huurder van een sociale huurwoning. De Belastingdienst heeft deze inkomensindicaties verstrekt op grond waarvan huurverhogingen zijn opgelegd aan de verhuurder. In februari 2016 heeft de verhuurder verzet in gesteld tegen de verstrekking van de inkomensindicaties over 2013, 2014 en 2015 en in oktober 2016 tegen de inkomensindicatie 2016. De huurder is van mening dat de verstrekking van inkomensindicaties in strijd is met de geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst (art. 67 AWR) en verzoekt bij de bestuursrechter om schadevergoeding voor de extra huursommen, de huurverhogingen en de kosten van de daaropvolgende verhuizing. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst het verzet tegen de verstrekking van de inkomensindicaties over 2013, 2014 en 2015 terecht heeft afgewezen omdat de verwerking van de gegevens al vóór het indienen van het verzet was afgerond.
In de periode van 16 maart 2013 tot 1 april 2016 was er geen wettelijke verplichting voor de Belastingdienst om de inkomensindicaties (huishoudinkomen) aan de verhuurder te verstrekken. Na 1 april 2016 is deze verplichting er door wetswijziging wel (artikel 7:252a, lid 4 van het BW (voorheen artikel 7:252a, lid 3 BW)). De Belastingdienst heeft de in de periode 16 maart 2013 tot 1 april 2016 verstrekte inkomensindicaties bij gebreke van expliciete wettelijke grondslag onrechtmatig verstrekt, namelijk in strijd met haar geheimhoudingsplicht. Door toedoen van deze onrechtmatige verstrekkingen is de verhuurder geconfronteerd met hogere huurkosten, die als schade kunnen worden aangemerkt en voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Bij de bepaling van de schadevergoeding sluit de rechtbank aan bij het civiele schadevergoedingsrecht. Het verzet tegen de verstrekking van de inkomensverklaring 2016 wordt ongegrond verklaard omdat de Belastingdienst na 1 april 2016 een wettelijke verplichting heeft tot de verstrekking van de inkomensgegevens.
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 26 april 2018 (gepubliceerd 1 juni 2018) ECLI:NL:RBDHA:2018:5386
Geef een reactie