Als een erflater 180 dagen vóór het overlijden een schenking vrij van recht doet aan een onbekende wordt de erfenis volgens Hof Den Bosch verminderd met het bedrag van deze schenking, maar niet met het schenkingsrecht voor die schenking.
De 180-dagenfictie in de Successiewet wordt alleen toegerekend aan de erfgenamen als vaststaat dat zij de schenking hebben gekregen. Dus als de erflater bijvoorbeeld 180 dagen vóór het overlijden een schenking vrij van recht doet aan een onbekende, wordt deze schenking niet als een fictieve verkrijging krachtens erfrecht van de erfgenamen belast met erfbelasting. Volgens Hof Den Bosch blijft de 180-dagenfictie in de Successiewet in zo’n geval achterwege. Nu sprake is van een schenking vrij van recht kan het bedrag van de schenking zelf in mindering worden gebracht op de nalatenschap. Maar dit geldt niet voor het bedrag van de schenkbelasting. De erfgenamen in deze zaak hadden de aansprakelijkheid van de erflaatster voor het recht van schenking bovendien in rechte betwist. Het bedrag van het schenkingsrecht kon daarom nog niet worden beschouwd als een rechtens afdwingbare schuld die de nalatenschap verminderde. Het hof verklaarde het beroep van de erfgenamen dan ook ongegrond.
Wet: artikelen 12 en 20, derde lid, Successiewet 1956
Meer informatie: Hof Den Bosch, 7 augustus 2014 (gepubliceerd op 22 september 2014), ECLI:NL:GHSHE:2014:2845
Geef een reactie