Rechtbank Haarlem publiceerde alsnog een uitspraak uit 2011 waarmee de rechtbank een streep haalde door een naar haar oordeel wel overduidelijk uitsluitend fiscaal plan waarmee een gemeente ruim vijf ton omzetbelasting zou besparen bij de bouw en ingebruikneming van brede schoolgebouwen.
De gemeente (Woerden) was aanvankelijk van plan op twee locaties schoolgebouwen voor brede scholen te bouwen en verhuren. Op advies van de fiscaal adviseur zag de gemeente ervan af en koos voor een fiscale structuur waarin de schoolgebouwen werden geleverd in plaats van verhuurd. Het te behalen omzetbelastingvoordeel per saldo € 568.000. Uit alles bleek volgens Rechtbank Haarlem dat de gemeente controle zou houden over het gebruik van de schoolgebouwen en het enige doel van de structuur het behalen van het belastingvoordeel was, dat in strijd was met de strekking van de wet (btw-richtlijn). Behalve dat het aanvankelijke plan wijzigde, was er ook een onzakelijk lage verkoopprijs overeengekomen, die bovendien schuldig werd gebleven. De koper stortte de teruggevorderde omzetbelasting op de rekening van de gemeente ter aflossing van de (leen)schuld. Verder was nog expliciet een ontbindende voorwaarde overeengekomen voor het geval dat het omzetbelastingvoordeel werd ontzegd. Misbruik van recht dus, concludeerde de rechtbank. Deze zaak is later in hoger beroep en cassatie behandeld. De uitspraak is mogelijk gepubliceerd in verband met de prejudiciële vraag die de Hoge Raad aan het Hof van Justitie stelde. Het hof deed 22 juni jl. uitspraak (zie: EU Hof: btw-aftrek voor levering schoolgebouw).
Wet: artikel 7 Wet OB 1968 (tekst tot 2014)
Meer informatie: Rechtbank Haarlem 15 maart 2011 (gepubliceerd 20 oktober 2016), ECLI:NL:RBHAA:2011:3624
Geef een reactie