Voor zover een afnemer als gevolg van een homologatie (goedkeuring) van een preventief akkoord minder hoeft te betalen aan zijn leverancier, moet hij ook de btw terugbetalen die hij destijds over dit bedrag heeft afgetrokken.
Aftrek op moment van facturering
Als een leverancier of dienstverlener btw over de vergoeding voor zijn prestatie factureert, zal de afnemer deze btw aftrekken als voorbelasting als hij daartoe gerechtigd is. De afnemer trekt de voorbelasting af over het tijdvak waarin hij de factuur ontvangt. Hierbij is niet van belang of hij de factuur ook daadwerkelijk heeft betaald. De btw over een schuldig gebleven bedrag kan gewoon aftrekbaar zijn.
Kwijtschelding
Soms komt een afnemer in financiële problemen en kan hij daardoor zijn schuld aan de leverancier of dienstverlener niet aflossen. In zo’n geval zal de schuldeiser vaak zich genoodzaakt zien om (een deel van) de schuld van zijn afnemer kwijt te schelden. Onder voorwaarden kan hij de btw die hij heeft gefactureerd en afgedragen terugvragen van de Belastingdienst. Daartegenover staat dat de Belastingdienst de btw die de afnemer heeft afgetrokken maar nooit heeft betaald aan de leverancier zal willen terugkrijgen.
Herziening verleende aftrek
Op grond van de Btw-richtlijn vindt een herziening plaats van de oorspronkelijk toegepaste aftrek als deze hoger of lager is dan de aftrek waartoe de ondernemer gerechtigd was. De Btw-richtlijn stelt specifiek dat herziening aan de orde is als de elementen voor de berekening van de aftrek veranderen na het indienen van de btw-aangifte. Voorbeelden van zulke wijzigingen zijn geannuleerde aankopen of verkregen rabatten.
Uitzonderingen op herziening
Bij wijze van uitzondering vindt in beginsel geen herziening plaats voor handelingen die (gedeeltelijk) onbetaald zijn gebleven, in geval van vernietiging, verlies, diefstal of bepaalde onttrekkingen aan het ondernemingsvermogen van goederen. Deze onttrekkingen vinden plaats voor het verstrekken van geschenken van geringe waarde en van monsters. Wil herziening achterwege blijven vanwege vernietiging, verlies of diefstal, dan moet de ondernemer deze omstandigheden wel voldoende bewijzen.
Toch herziening
De richtlijn bepaalt echter ook dat lidstaten herziening kunnen eisen in geval van (gedeeltelijk) onbetaald gebleven handelingen en in geval van diefstal. Het Hof van Justitie van de EU heeft geoordeeld dat lidstaten niet verplicht zijn expliciet te bepalen dat bij het (gedeeltelijk) onbetaald blijven van handelingen een herziening van aftrek plaatsvindt om van deze mogelijkheid gebruik te mogen maken.
Onherroepelijke homologatie van preventief akkoord
In de desbetreffende zaak hoefde een Sloveense vennootschap als gevolg van een gehomologeerd preventief akkoord maar 44% van haar schulden te voldoen aan haar schuldeisers binnen een termijn van negen jaar. Volgens de vennootschap waren in dit geval geen elementen voor de berekening van de btw-aftrek gewijzigd. Maar het Hof wijst dit standpunt af. Zo’n vermindering van schulden wijzigt wel degelijk het recht op aftrek voorbelasting. Als de vermindering van de schuld definitief is, is evenmin sprake van (gedeeltelijk) onbetaald gebleven handelingen waarvoor geen herziening van de oorspronkelijk afgetrokken btw plaatsvindt.
Wet: artikelen 15, eerste lid, onderdeel a en 29, zevende, achtste en negende lid Wet OB 1968
Richtlijn: artikelen 184 en 185, tweede lid Btw-richtlijn
Meer informatie: HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-396
Geef een reactie