Het onderdeel van de Scientology Kerk Amsterdam dat auditing en trainingen aanbiedt die zijn gericht op spirituele groei, is geen ANBI-instelling. De kerk kon bij Rechtbank Haarlem niet aannemelijk maken dat de trainingen ten minste voor 50% het algemeen nut dienen.
De Scientology Kerk Amsterdam vroeg een ANBI-beschikking aan bij de inspecteur. Toen deze aanvraag werd afgewezen, ging de instelling in bezwaar en beroep. Rechtbank Haarlem gaf aan dat niet in geschil was dat het ging om een instelling die erop gericht is enig algemeen belang te dienen en een kerkelijke of levensbeschouwelijke instelling is. Partijen waren het er ook over eens dat de auditing en training religieus of levensbeschouwelijk van aard zijn. Maar er was wel onenigheid over de vraag of met de auditing en training het algemeen belang in minstens gelijke mate werd gediend als het particulier belang, zoals vereist is voor het verkrijgen van de ANBI-status. De rechter gaf aan dat een kerkelijke of levensbeschouwelijke instelling niet zonder meer een ANBI is. Het was aan de instelling om dit aannemelijk te maken, maar de Scientology Kerk slaagde hierin niet oordeelde de rechter.
Particuliere groei
De auditing en training werden aangeboden tegen aanzienlijke en vaste tarieven. Ze dienden vooral een particulier belang. Dat dit als neveneffect had dat de deelnemer na de training ook beter in de maatschappij zou functioneren, was niet voldoende om te stellen dat de trainingen voor ten minste 50% het algemeen belang dienden. Ook het argument dat de instelling fungeerde als koepel van de aan haar gerelateerde ANBI-stichtingen en daarom zelf ook een ANBI-instelling moest zijn, werd door de rechter verworpen. Tot slot vond Rechtbank Haarlem dat de inspecteur niet handelde in strijd met de vrijheden van godsdienst en vereniging (artikel 9 en 11 EVRM). De instelling had niet aannemelijk gemaakt dat het weigeren van de ANBI-status de financiering en daarmee het voortbestaan van de instelling daadwerkelijk had bedreigd.
Wet: artikel 6.33 Wet IB 2001 (tekst 2007), artikel 41a Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting (tekst 2007)
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 23 juli 2013 (gepubliceerd op 2 september 2013), ECLI:NL:RBHAA:2012:2281
Geef een reactie