Wie shareholder is van een ‘personal association’ kan ondernemer zijn voor de omzetbelasting. Het is daarbij wel van belang dat men zelfstandig handelt. Dit blijkt uit de volgende zaak bij Hof Amsterdam.
Het hof vond dat de shareholder in dit specifiek geval de vereiste zelfstandigheid miste om als ondernemer voor de omzetbelasting te worden aangemerkt. De shareholder, een advocate, had dus ten onrechte btw in aftrek gebracht. Alle feiten en omstandigheden duidden volgens het hof erop dat de advocate persoonlijk werkzaamheden verrichtte voor de ‘personal association’, waarvoor zij een vast salaris ontving. Dat het vaste salaris indirect afhankelijk was van haar prestaties deed er niet toe. In de advocatuur is het volgens de rechter niet ongebruikelijk dat een werknemer een (deels) prestatieafhankelijke beloning ontvangt. Verder waren ook de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden van de advocate afhankelijk van de ‘personal association’. Wel vond het hof dat de fiscus ten onrechte boeten had opgelegd aan de advocate. Er was namelijk sprake van een pleitbaar standpunt. De rechter stelde dat de advocate gezien haar functioneren in de keten en de gebruikelijke gang van zaken bij advocatenorganisaties in redelijkheid kon menen dat zij als ondernemer handelde en dat daarom voor de door haar gemaakte kosten recht bestond op btw-aftrek.
Meer informatie: Hof Amsterdam, 7 maart 2013 (gepubliceerd 20 maart 2013), LJN: BZ4633
Geef een reactie