Als een makelaar of een andere dienstverlener aan consumenten een courtage in rekening brengt voor zijn diensten, moet hij duidelijk aangeven of dit inclusief of exclusief btw is. Doet hij dat niet, dan riskeert hij dat de consument de btw niet hoeft te betalen.
Een man bezat een woning die hij eerst zelf bewoonde, maar die hij na zijn verhuizing wilde verhuren. Om snel een huurder te vinden, schakelde hij een verhuurbedrijf voor vastgoed in. Het verhuurbedrijf rekende voor het vinden van een geschikte huurder een courtage van 8% van de huurprijs voor maximaal één jaar, met een minimum van € 800. Deze courtage stond opgenomen in de bemiddelingsovereenkomst tussen de man en het verhuurbedrijf. In de algemene voorwaarden van het verhuurbedrijf stond verder dat het bedrijf over de overeengekomen courtage btw in rekening bracht. Toen het verhuurbedrijf na het vinden van een huurder 21% btw over de courtage berekende, was dat voor de man een onaangename verrassing. Hij begon een beroepsprocedure om de bemiddelingsovereenkomst te laten vernietigen.
Misleidende handelspraktijk
Rechtbank Amsterdam stelt ten eerste vast dat men de man niet moet zien als een professionele verhuurder, maar als een consument. Hij verhuurt immers alleen zijn voormalige eigen woning. Het verhuurbedrijf is daarentegen een professionele partij en daardoor verplicht zijn klanten essentiële informatie te verstrekken, waaronder de prijs inclusief belasting. Door in de bemiddelingsovereenkomst geen melding te doen van de btw-heffing is hier sprake van een oneerlijke handelspraktijk. De rechtbank vindt vernietiging van de bemiddelingsovereenkomst te ver gaan, maar oordeelt dat het verhuurbedrijf de btw over de courtage moet terugbetalen aan de man.
Wet: art. 6:193b, derde lid, onderdeel a, 6:193d eerste en tweede lid en 6:193j, derde lid BW
Meer informatie: Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2019 (gepubliceerd 18 oktober 2019), ECLI:NL:RBAMS:2019:7486
Geef een reactie