Het artikel 'Uber verhuist onderdeel van Bermuda naar Nederland om winstbelasting' leidde tot de nodige Kamervragen. Staatssecretaris Snel geeft enige toelichting.
Op grond van artikel 67 AWR kan Snel niet ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige. Of er een ruling met Uber is en wat de inhoud daarvan zou zijn, zegt Snel dus niets. Wel geeft hij een nadere toelichting op de mogelijkheden van belastingaftrek en rulings.
De winsten die na de verplaatsing met het intellectueel eigendom worden behaald, zijn onderworpen aan winstbelasting in het land waarheen het intellectueel eigendom is verplaatst. Als het intellectueel eigendom naar Nederland is verplaatst, is de toekomstige winst toerekenbaar aan het intellectueel eigendom onderworpen aan vennootschapsbelasting in Nederland.
Goed koopmansgebruik
Voor de vraag of een intellectueel eigendom kan worden toegerekend aan een in Nederland gevestigde groepsmaatschappij, is van belang dat die maatschappij over de vereiste relevante functionaliteit beschikt om de relevante risico’s die zijn verbonden aan het betreffende intellectueel eigendom te kunnen beheersen. Het is aan de Belastingdienst om dit te beoordelen, evenals bijvoorbeeld de vragen of bij de overdracht van activa een zakelijke overdrachtsprijs is gehanteerd en of de afschrijving past binnen de kaders van goed koopmansgebruik. Indien deze beoordeling plaatsvindt voorafgaand aan de overdracht is sprake van zekerheid vooraf in de vorm van een ruling. In de andere gevallen vindt beoordeling achteraf plaats aan de hand van de ingediende aangifte. Bij het geven van zekerheid vooraf en bij de beoordeling achteraf worden dezelfde kaders gehanteerd.
Vernieuwde rulingpraktijk
Snel verwijst ook naar de vernieuwde rulingpraktijk die per 1 juli 2019 van kracht is. Deze maatregelen zijn neergelegd in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter. Het besluit beschrijft in onderdeel 3 in welke gevallen door de Belastingdienst geen vooroverleg zal worden gevoerd en derhalve geen ruling tot stand zal komen. Kort samengevat is dit het geval indien geen sprake is van economische nexus, indien het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting de enige of doorslaggevende reden is voor de rechtshandeling, of indien een transactie plaatsvindt met een land dat is opgenomen in de Nederlandse lijst met laagbelastende jurisdicties. Snel meldt dat het onderzoek naar de toepassing van het arm's length'-beginsel in de Vpb begin 2020 is afgerond.
Meer informatie: Kamerbrief beantwoording Kamervragen over de berichtgeving over Uber in de media, 29 augustus 2019
Geef een reactie