Staatssecretaris Snel van Financiën beantwoordt vragen over dubbele belastingheffing over pensioenen van grensarbeiders uit België.
Aanleiding voor de vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt is recente rechtspraak in België. Op grond van die rechtspraak is onduidelijkheid ontstaan over de vraag of België voldoende belasting kan en zal heffen over pensioenuitkeringen vanuit Nederland. In beginsel heeft België als woonland het recht belasting te heffen over pensioen dat een inwoner van België krijgt, ook als dat pensioen was opgebouwd in Nederland. In het Belastingverdrag tussen Nederland en België is echter geregeld dat Nederland belasting mag heffen en België dus niet, als meer dan € 25.000 aan pensioenen en/of lijfrenten vanuit Nederland worden ontvangen EN de belastingheffing over deze uitkeringen in België veel lager is dan in Nederland EN de opbouw in Nederland fiscaal gefaciliteerd heeft plaatsgevonden. Door voornoemde rechtspraak ging Nederland loonheffingen inhouden en ging België als woonland het pensioen belasten (zonder verrekening van loonheffingen). Hierdoor ontstond dubbele belasting. Men wilde dubbele niet-heffing voorkomen, maar men bereikte daardoor juist dubbele heffing. De Nederlandse en Belgische overheid hebben nu afspraken gemaakt. Deze afspraken houden in dat Nederland geen belasting heft over uit Nederland afkomstige pensioen, als België het pensioen feitelijk en voldoende belast. In situaties waarin dit niet het geval is, zal Nederland kunnen heffen en zal België een tegemoetkoming dubbele belasting verlenen. De autoriteiten hebben bovendien afspraken gemaakt over de uitwisseling van informatie tussen Nederland en België.
Afspraken over informatie-uitwisseling
De staatssecretaris geeft in antwoorden op vragen van Omtzigt aan dat een pensioengerechtigde zelf kan aantonen dat in België de uitkering in de reguliere wijze in de belastingheffing wordt betrokken, maar dat dit niet nodig is vanwege de gemaakte afspraken tussen België en Nederland over informatie-uitwisseling. Het hoeft dus niet, maar het mag altijd.
De staatssecretaris antwoordt ook nog op een vraag hoe een pensioengerechtigde het bewijs moet leveren dat een deel van de pensioenuitkering betrekking heeft op pensioen dat is opgebouwd voor 2004. Als het uit Nederland afkomstige pensioen in België onvoldoende kan worden belast en ook aan de overige voorwaarden voor bronstaatheffing wordt voldaan, heeft Nederland het heffingsrecht over het hele pensioen, ongeacht of dit is opgebouwd voor of na 2004.
Tot slot gaat de staatssecretaris nog in op uitfasering van het pensioen in eigen beheer voor in België woonachtige dga’s. Hij geeft aan dat de toezegging om hierover in overleg te treden met zijn Belgische ambtsgenoten is nagekomen. Dit overleg heeft plaatsgevonden en in België is een circulaire verschenen over de fiscale gevolgen van afkoop van een in België woonachtige dga. Ook wil Omtzigt weten hoe de fiscale behandeling zou zijn geweest, als Nederland niet een korting op de grondslag zou hebben verleend bij afkoop van het pensioen, maar als voor de afkoop een verlaagd tarief zou hebben gegolden. De staatssecretaris geeft aan dat dit een kwestie is die onder het Belgische recht valt en dat hij daarop niet kan antwoorden.
Meer informatie: Aanbiedingsbrief antwoorden Kamervragen over dubbele belastingheffing over pensioenen van grensarbeiders uit België, 6 maart 2018
Geef een reactie