Werkgeversorganisaties en vakbonden hebben binnen de Sociaal-Economische Raad (SER) overeenstemming bereikt en leggen de aanbevelingen als advies voor bij de vorming van een nieuw kabinet meldt de NOS.
Update 2 juni 14.30 uur
Oproepkrachten
De nulurencontracten die veel gebruikt worden in de horeca en in de detailhandel moeten verdwijnen, zeggen de sociale partners. Daarvoor in de plaats moeten werknemers een contract krijgen voor een vast aantal uren, gebaseerd op hoeveel uur er in een kwartaal doorgaans gewerkt wordt. Voor studenten en scholieren komt er een nieuwe contractvorm, die lijkt op het nulurencontract.
Ook moeten mensen eerder een vast contract krijgen; na maximaal na drie jaar van tijdelijke contracten moet een vast contract worden aangeboden. Nu gelden in sommige cao’s nog uitzonderingen, die zijn straks niet meer toegestaan.
Uitzendkrachten mogen straks door werkgevers alleen nog worden ingezet bij ziekte en in piekperiodes. Ze mogen minder lang werken voor dezelfde opdrachtgever; niet meer vijf jaar – zoals nu – maar drie jaar. Uitzendkrachten mogen nu nog binnen anderhalf jaar van de ene op de andere dag op straat worden gezet. Die periode wordt teruggebracht naar één jaar.
Positie zelfstandigen versterken
Voor zzp’ers moet de zelfstandigenaftrek worden afgebouwd. Daarvoor in de plaats komen fiscale faciliteiten voor zelfstandigen die daadwerkelijk risico lopen met eigen investeringen. Zzp’ers moeten zich straks verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
En er komt een minimumtarief van € 30 á € 35 per uur voor zzp’ers. Wie onder dat tarief werkzaam is voor een opdrachtgever, kan bij de rechter eisen te worden gezien als werknemer. De opdrachtgever moet dan bij de rechter aantonen dat dat niet het geval is.
Tijdelijk verlof vaste krachten
Ook voor vaste contracten stellen werkgevers en werknemers aanpassingen voor om het voor bedrijven aantrekkelijker te maken om vaste contracten te geven. Zo kunnen mensen met een vast contract door hun werkgever op tijdelijk verlof worden gestuurd als het minder goed gaat met het bedrijf. Het aantal uren per maand kan met 20 procent worden teruggebracht, maar het loon blijft volledig overeind. Daarvoor moet de overheid deels bijdragen.
Ook kunnen een werkgever en werknemer bij een dreigend ontslag samen kiezen voor werk-naar-werkbegeleiding. De transitievergoeding waar een werknemer normaal gesproken recht op heeft, komt dan te vervallen.
Bron: NOS, 2 juni 2021
Meer informatie: SER, 2 juni 2021
Geef een reactie