Verstrekken de buitenlandse fiscale autoriteiten spontaan informatie aan de Nederlandse inspecteur? Dan mag hij deze informatie in beginsel gebruiken voor het opleggen van een informatiebeschikking.
Op 30 september 2016 ontvangt de Belastingdienst spontaan informatie uit Duitsland over Nederlandse inwoners die een rekening aanhouden bij een Luxemburgse bank. Naar aanleiding van deze informatie verzoekt de Belastingdienst op 5 augustus 2019 een Nederlandse vrouw om een Verklaring verificatie buitenlands vermogen in te vullen en terug te sturen. De vrouw stuurt deze verklaring echter niet terug. In april 2020 ontvangt de inspecteur diverse stukken van de Luxemburgse fiscale autoriteiten. Deze documenten wijzen erop dat de vrouw en haar echtgenoot gezamenlijke rekeninghouders zijn van een Luxemburgse bank. Daarom verzoekt de inspecteur de echtgenoten nogmaals om nadere informatie. Wanneer de gewenste reactie opnieuw uitblijft, legt hij de echtgenoot een informatiebeschikking op. Deze gaat in beroep tegen de beschikking en neemt daarbij de volgende stellingen in:
- Een afperser kan de gegevens van de Belastingdienst hebben gefabriceerd.
- De man is slachtoffer van internationale oplichting waaraan de Belastingdienst deelneemt. Mogelijk is sprake van onrechtmatig verkregen bewijs.
- De man beschikt niet over de gevraagde gegevens en kan ze dus niet verstrekken.
- Hij mag erop vertrouwen dat op hem geen wettelijke informatie- en of administratieplicht rust.
- De Belastingdienst is ten onrechte weigerachtig om gegevens over de rekeningen bij de Luxemburgse bank aan de man te verstrekken.
- De man staat op de ‘zwarte lijst’, waarbij sprake kan zijn van etnisch profileren.
- In de bezwaarfase is een zorgvuldige heroverweging achterwege gebleven.
Niet voldaan aan informatieplicht
De stukken van de Luxemburgse fiscalen autoriteiten maken volgens Rechtbank Gelderland aannemelijk dat de echtgenoten rekeninghouders zijn bij een Luxemburgse bank. Het gaat om een combinatie van persoonlijke gegevens van de man en zijn handtekening die correspondeert met de kopie van zijn paspoort. De beweringen over de internationale oplichting en mogelijke fabricatie van deze gegevens zijn niet gefundeerd, aldus de rechtbank. Bovendien is in deze zaak niet gebleken dat sprake is van een tipgever. De fiscus heeft de gegevens evenmin ontvreemd van de bank, zodat het bewijs rechtmatig is verkregen. De rechtbank oordeelt dat de saldi op de Luxemburgse bankrekening relevant kunnen zijn voor de belastingheffing. Dit geldt zelfs voor oudere jaren, omdat die iets kunnen zeggen over de hoogte van de saldi in latere jaren. De man kan deze informatie ook opvragen. Door toch geen informatie te verstrekken over de rekeningen, heeft de man niet voldaan aan zijn informatieplicht.
Vragen naar aanleiding van verstrekte informatie
Verder oordeelt de rechtbank dat de fiscus niet meer informatie heeft moeten verstrekken dan al is verstrekt. In het algemeen hoeft de inspecteur bij een informatiebeschikking zijn eigen informatie niet op voorhand prijs te geven. Ook heeft de man zelf afgezien van het hoorgesprek in de bezwaarfase. Daardoor heeft hij geen gebruik kunnen maken van zijn inzagerecht. De man heeft evenmin feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat hij op een zwarte lijst staat of dat sprake is van etnisch profileren. De fiscus heeft immers vragen gesteld naar aanleiding van spontaan uit Duitsland ontvangen informatie. Ten slotte vindt de rechtbank geen enkele aanwijzing dat in de bezwaarfase een zorgvuldige heroverweging achterwege is gebleven. Al met al is de informatiebeschikking terecht afgegeven. De rechtbank stelt een nieuwe termijn voor de man om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken.
Geef een reactie