Sinds het Bosal-arrest kunnen holdings meer kosten van deelnemingen aftrekken dan de fiscus lief is. Met het voorstel voor de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 wil de staatssecretaris van Financiën dit gat dichten.
Deelnemingsvrijstelling
Onder het huidige regime van de deelnemingsvrijstelling zijn de voordelen die een moedermaatschappij uit een deelneming ontvangt, vrijgesteld. Hierbij moet men het begrip ‘voordelen’ rekenkundig opvatten, want negatieve voordelen zijn ook onbelast. In duidelijkere woorden: verliezen uit een deelneming zijn in beginsel niet aftrekbaar. De kosten van het verwerven en vervreemden van een deelneming vallen ook onder de deelnemingsvrijstelling.
Financieringskosten
De fiscus had eigenlijk ook gewild dat de kosten van het financieren van een deelneming onder de deelnemingsvrijstelling vielen. Aanvankelijk stelde de wet (tot aan het Bosal-arrest) ook dat deze kosten in beginsel niet aftrekbaar waren. Verder bevatte de wet een fictie waardoor renten en kosten van geldleningen die in de zes maanden vóór de aankoop van een deelneming waren aangegaan in ieder geval tot de niet-aftrekbare kosten van een deelneming behoorden. Een holding kon aan de werking van deze fictie ontsnappen als zij aannemelijk kon maken dat de leningen voor andere doeleinden waren aangegaan dan de aankoop van een deelneming. De Belastingdienst maakte bovendien een uitzondering voor deelnemingskosten die middelijk dienstbaar waren aan het behalen van winst die in Nederland was belast. Deze kosten waren dus ook aftrekbaar.
Bosal-arrest
De oude regeling voor de financieringskosten voor deelnemingen – vanaf nu simpelweg aangeduid met de term ‘deelnemingsrente’ – liep echter spaak in het Bosal-arrest (Hof van Justitie van de EU, 18 september 2003, nr. C- 168/01). In deze zaak draaide het om Bosal Holding bv, een bv die houdster-, financierings- en licentie/royaltyactiviteiten verrichtte. Deze holding was in Nederland belast. In 1993 trok de holding een aanzienlijk bedrag af als financieringskosten voor deelnemingen in negen andere lidstaten. De inspecteur weigerde deze aftrek op grond van de oude regeling voor deelnemingsrenten. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde echter dat deze regeling in strijd was met het Europese recht. Het ministerie van Financiën stelde dat zij deze regeling had ingevoerd uit de noodzaak om de samenhang van het Nederlandse belastingstelsel te waarborgen. Het Hof verwierp dit argument omdat een rechtstreeks verband ontbrak tussen de maatregel en de doelstelling. Dankzij het Bosal-arrest is de deelnemingsrente nu in beginsel aftrekbaar.
Reparatie
In het voorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 heeft de staatssecretaris van Financiën een maatregel voorgesteld om het Bosal-gat te dichten. De voorgestelde maatregel houdt grofweg gezegd in dat bovenmatige deelnemingsrenten in beginsel niet meer aftrekbaar zijn voor zover zij de € 1 miljoen te boven gaan.
Formule
De bovenmatige deelnemingsrente is per jaar te berekenen met de onderstaande formule:
bdr = tr x (gds / gts)
Waarbij:
bdr = bovenmatige deelnemingsrente
tr = totale bedrag aan renten en kosten van geldleningen in het desbetreffende jaar
gds = gemiddelde bedrag aan deelnemingsschulden in het jaar
gts = gemiddelde totale bedrag aan geldleningen in het jaar
Met de gemiddelde bedragen wordt het gemiddelde van de bedragen aan het begin en aan het einde van het jaar bedoeld.
Deelnemingsschuld
Van een deelnemingsschuld is sprake als het gezamenlijk bedrag van de verkrijgingsprijs van de deelnemingen uitgaat boven het eigen vermogen. Het bedrag aan deelnemingsschulden bedraagt echter hoogstens het bedrag aan geldleningen en maximaal het gezamenlijke bedrag van de verkrijgingsprijs van de deelnemingen. Schulden die al onder de renteaftrekbeperkingen vallen van de winstdrainageregeling of de laagrentende leningen met een lange looptijd, behoren niet tot de deelnemingsschulden.
Thincapregeling
Als de voorgestelde regeling voor bovenmatige deelnemingsrente wordt ingevoerd, is het kabinet bereid de thin-capitalizationregeling, afgekort thincapregeling, af te schaffen. Het kabinet wil echter eerst een dekking vinden voor het verlies aan belastinginkomsten dat zal voortvloeien uit de afschaffing van de thincapregeling.
Wet: artikel 13 Vpb 1969 en artikel 13l (nieuw) Vpb 1969
Meer informatie: Tweede Kamer, 4 juni 2012, 33287 nr. 1
Geef een reactie