Minister Jetten informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken van het tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten. De minister gaat in op de uitwerking in een wetsvoorstel, de evaluatie en consultatie van de Europese Commissie, het hoger vrijgesteld bedrag voor biogas en op een bijstelling van de geraamde opbrengst.
Uitwerking in wetsvoorstel
Het kabinet werkt aan een voorstel voor een zelfstandige uitvoeringswet voor deze tijdelijke heffing. Inmiddels is de internetconsultatie over de ‘Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing’ gesloten. De volgende stap in het proces is om het wetsvoorstel, na behandeling door de ministerraad, voor advies aan te bieden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Consultatie en evaluatie Europese Commissie
De inframarginale elektriciteitsheffing is van toepassing in de periode 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. In de Verordening is een bepaling opgenomen waarmee de Europese Commissie uiterlijk 30 april 2023 de regeling evalueert en eventueel voorstellen kan doen over de toepassingsperiode van de Verordening, waarmee ook een verlenging van de heffingsperiode tot de mogelijkheden behoort.
Hoger vrijgesteld bedrag voor elektriciteit opgewekt uit gasvormige biomassa (biogas)
Voor gasvormige biomassa (biogas) zal een hoger vrijgesteld bedrag gelden van € 285 / MWh, in plaats van het huidige plafond van € 240 / MWh. Met het hogere vrijgesteld bedrag wordt beter aangesloten bij het vrijgesteld bedrag dat voor gasvormige biomassa geldt in Duitsland en België en bij Duits onderzoek naar deze sector. Met deze wijziging wordt geborgd dat biogas-WKK’s niet minder elektriciteit produceren als direct gevolg van de inframarginale elektriciteitsheffing, wat een onwenselijke situatie zou zijn. Het plafond van € 240 / MWh zal blijven gelden voor vaste biomassa.
Bijstelling geschatte opbrengst
In het Centraal Economisch Plan 2023 van het CPB van 9 maart 2023 wordt een actuele raming van de opbrengst van de inframarginale elektriciteitsheffing opgenomen. Deze raming is nog onderhanden, maar zal uitkomen op € 0,1-0,2 miljard. Dit is een forse daling van de geraamde opbrengsten van € 1,8 miljard die in de Kamerbrief van 30 november 2022 werden opgenomen. De belangrijkste oorzaak van deze daling is dat de elektriciteitsprijzen zijn gedaald, waardoor er veel minder sprake is van omzet die boven het vrijgestelde plafond van de heffing ligt. Voor de komende maanden februari tot en met juni 2023 zijn de prijzen op dit moment vergelijkbaar met die van januari 2023. De inframarginale elektriciteitsheffing vindt pas plaats boven het vrijgesteld bedrag van minimaal € 130 / MWh. De elektriciteit kan niettemin op andere momenten verkocht zijn of nog worden verkocht. Aangezien de raming heel gevoelig is voor de elektriciteitsprijs en het verleden heeft laten zien dat deze binnen korte tijd sterk kan fluctueren, blijft de geschatte opbrengst van de raming zeer onzeker.
Geef een reactie