Begin 2021 hadden Nederlandse huishoudens in totaal € 362 miljard aan bank- en spaartegoeden. Dat is € 32 miljard meer dan een jaar eerder. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In 2021 had een huishouden gemiddeld € 46.300 aan bank- en spaartegoeden. De doorsnee waarde was met € 18.200 een stuk lager. Bijna 1,6 miljoen huishoudens hadden begin 2021 bank- en spaartegoeden van maximaal € 2.500. Ruim 1 op de 10 huishoudens had begin 2021 minimaal een ton aan bank- en spaartegoeden. Sinds 2014 neemt het aantal huishoudens met minimaal een ton aan bank- en spaartegoeden toe.
Vermogen stijgt verder
Het doorsnee vermogen (het saldo van bezittingen en schulden) van huishoudens bedroeg € 87.400 begin 2021. Dat is € 22.000 meer dan een jaar eerder. Na een daling in de vorige economische crisis zit het vermogen sinds 2014 weer in de lift. De eigen woning is het belangrijkste bestanddeel in het vermogen. De ontwikkeling van het vermogen gaat dan ook sterk samen met die van de stijgende huizenprijzen. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, was het vermogen € 19.600 in 2021.
Bron: CBS, 19 oktober 2022
Geef een reactie