Het kabinet maakt tot eind 2020 zo’n 1,5 miljard euro vrij om te zorgen dat het ov kan blijven rijden en mensen veilig kunnen reizen.
De beschikbaarheidsvergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessies, lijnconcessies en lijnovereenkomsten) in Nederland en loopt van 1 maart tot het einde van dit jaar. Daarbij is afgesproken dat de decentrale overheden en het ministerie van OCW de bijdragen vanuit de huidige concessieafspraken en OV-studentenkaart doorbetalen. Het kabinet hecht eraan dat NS, het stads- en streekvervoer en de Friese Waddenveren zelf ook een passende bijdrage leveren. Deze is vastgesteld op maximaal 7% van de kosten.
Met de beschikbaarheidsvergoeding vanuit het Rijk komt de kostendekkingsgraad voor het openbaar vervoer uit op 93%. Ov-bedrijven die kunnen aantonen dat er bedrijfseconomisch geen andere mogelijkheid is dan de dienstregeling af te schalen om continuïteit te borgen worden tot maximaal 95% gecompenseerd. De hele regeling omvat naar verwachting zo’n 1,5 miljard euro. Net als bij andere corona-regelingen gelden er ook voorwaarden: vervoerders keren geen dividend uit en er worden geen bonussen of ontslagvergoedingen aan bestuurders verstrekt.
Met het besluit over de beschikbaarheidsvergoeding geeft het Rijk aan dat zij ook de financiële opgaven samen met de decentrale overheden en de vervoerders wil oppakken. Daarbij is het van belang om scherp te blijven op de kostenontwikkeling en er gezamenlijk voor te zorgen dat het aantal reizigers veilig stapsgewijs kan worden vergroot. Ook nu de komende maanden weer meer sectoren stap voor stap openen, is het de verwachting dat het aantal reizigers zal toenemen en dat daardoor ook de reizigersinkomsten weer langzaam gaan stijgen. Naarmate de reizigersaantallen harder stijgen dan verwacht, zal de benodigde bijdrage vanuit het Rijk juist lager uitvallen.
Meer informatie: Rijksoverheid, 5 juni 2020
Geef een reactie