Staatssecretaris Snel reageert op vragen en opmerkingen over openstaande fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer.
Invorderingsregelgeving en de invulling van de begrippen ‘vermogen’ en ‘betalingscapaciteit’
De stroomlijning van invorderingsregelgeving wordt pas na 2021 opgepakt, namelijk nadat de vervanging van het inningssysteem ETM is gerealiseerd. Een preciezer tijdpad kan Snel op dit moment nog niet geven. Wel is, vooruitlopend op de implementatie van de wetgeving, de komende jaren al een aantal belangrijke verbeteringen op het gebied van betalingsregelingen voor burgers mogelijk.
De uitwerking van de begrippen ‘vermogen’ en ‘betalingscapaciteit’ is pas van belang vanaf het moment van inwerkingtreding van de stroomlijning van invorderingsregelgeving. De inwerkingtreding van zowel de stroomlijning van invorderingsregelgeving als de vereenvoudiging van de beslagvrije voet is uitgesteld. De conceptregeling waarin de begrippen worden gedefinieerd wordt in het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van de stroomlijning van invorderingsregelgeving, aan de Kamer voorgelegd.
Positie van in Europa wonende Amerikaanse staatsburgers (accidental Americans)
Tijdens de najaarsvergadering van het IMF heeft de Nederlandse delegatie bij de Amerikaanse delegatie weer aandacht gevraagd voor de positie van de in Nederland wonende accidental Americans. Een overleg op politiek niveau heeft nog niet kunnen plaatsvinden.
Snel zal bij de volgende moties- en toezeggingenbrief een update van de stand van zaken geven.
Toelatingsexamens beroepsonderwijs vrijstelling btw
Als de onderwijsvrijstelling wordt verruimd zodat ook toelatingsexamens die toegang geven tot vrijgesteld onderwijs onder de vrijstelling komen te vallen, wordt geen btw meer geheven over het afleggen van een toelatingsexamen bij een externe instantie of de onderwijsinstelling zelf. De derde instantie en de onderwijsinstelling kunnen dan ook de in rekening gebrachte btw die ziet op de toelatingsexamens niet meer in aftrek brengen.
Box 3- rendementen
De hoogte van de vermogensrendementsheffing is niet afhankelijk van de samenstelling van het vermogen van de individuele belastingplichtige. Bij een gelijke rendementsgrondslag betalen een spaarder of een belegger eenzelfde bedrag aan vermogensrendementsheffing.
Meer informatie: Reactie op de vragen en opmerkingen op de brief van 18 september 2018 over openstaande fiscale moties en toezeggingen 7 december 2018
Geef een reactie