In de praktijk kan het voorkomen dat iemand een woning verhuurt onder voorwaarden die voortvloeien uit de oude Huurwet. Hierdoor kan de eigenaar vastzitten aan een structureel verliesgevende verhuur. In dat geval mag de fiscus de waarde van de verhuurde woning niet berekenen met de WOZ-waarde en de leegwaarderatio.
In een zaak voor Hof Den Haag had een man een woning gekocht waarvan de bovenverdieping al was verhuurd aan een vrouw. De huurovereenkomst was nog onder de oude Huurwet afgesloten. De oude Huurwet bood huurders meer bescherming dan nu het geval is. De man kon daarom niet zomaar de huur verhogen of de huur opzeggen. De vrouw betaalde een huur die ongeveer een derde bedroeg van een normale huur. De verhuurder behaalde daardoor structureel een verlies uit de verhuur. Bovendien moest hij nogal wat belasting betalen in box 3 over de verhuurde woning. De Belastingdienst berekende de belasting over de woning aan de hand van de WOZ-waarde en de zogeheten leegwaarderatio. Het hof oordeelde dat al met al de geheven belasting voor de man een buitensporige last vormde. In dit geval ontbrak de zogeheten ‘fair balance’ tussen het de belastingheffing ten behoeve van het algemeen belang en het recht op ongestoord genot van bezit. Het hof ging vervolgens over op rechtsherstel en verminderde de waarde van de bovenwoning in box 3 met € 156.500. Zo werd een waarde in het economische verkeer in verhuurde staat gehanteerd die was berekend door de rijkstaxateur.
Update
In verband met nieuwe rechtspraak (zie ook ‘Leegwaarderatio soms onverbindend’) heeft de Hoge Raad op 1 mei 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1171) de hofuitspraak vernietigd en de zaak doorverwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden.
Wet: artikel 5.20, derde lid IB 2001
Besluit: artikel 17a Uitv.besl. IB 2001
Meer informatie: Hof Den Haag, 11 februari 2014 (gepubliceerd 6 maart 2014), ECLI:NL:GHDHA:2014:437
Geef een reactie