Het structureel verrichten van werkzaamheden op min of meer vaste tijdstippen waarbij wordt gewerkt met een urenverantwoording, ligt volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant niet voor de hand bij een vriendendienst. In zo’n situatie moet men dan ook uitgaan dat voor deze diensten een redelijke vergoeding is genoten.
Een man had in de zaak voor de rechtbank erkend dat hij beveiligingswerkzaamheden had verricht voor een bv en daarvoor inkomsten had ontvangen. De inspecteur stelde de hoogte van deze inkomsten vast op ruim € 25.000. Dit was gelijk aan het bedrag dat een CEO van de bv had gedeclareerd voor beveiligingswerkzaamheden. Volgens de man ging het echter om een bedrag van maar € 3.000 euro. Hij zou de werkzaamheden hebben verricht als vriendendienst voor de CEO. Deze CEO zou het verschil tussen het gedeclareerde bedrag en de werkelijke uitbetaling in eigen zak hebben gestoken.
Structureel karakter
De rechtbank constateerde dat de werkzaamheden gedurende een aantal jaren waren verricht en vaak in het weekend of in de nacht plaatsvonden. Bovendien had de man steeds urenverantwoordingsstaten ingediend. Ook moest hij personen uit zijn netwerk inschakelen wanneer hij was verhinderd. Volgens de rechtbank had het beveiligingswerk door dit alles een structureel karakter en was sprake van formalisering. Het was niet aannemelijk dat de man zijn beveiligingswerk had verricht als vriendendienst. De rechtbank vond dat de inspecteur evenmin had voldaan aan zijn bewijslast. De rechter stelde daarom het inkomen uit overige werkzaamheden zelf vast op € 10.000.
Wet: artikel 3.90 IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 april 2014 (gepubliceerd 19 mei 2014), ECLI:NL:RBZWB:2014:2740
Geef een reactie