Minister Schouten heeft twee aanpassingen doorgevoerd in de subsidieregeling voor het tijdelijk stopzetten van visserijactiviteiten als gevolg van COVID-19.
De bepaling dat de visserijactiviteiten nog niet voor de volledige periode mogen zijn stopgezet, wordt met terugwerkende kracht uit de subsidiemodule geschrapt. Een substantieel deel van de aanvragers van de subsidie had reeds voor de volledige periode zijn visserijactiviteiten stopgezet en had daarmee de activiteiten afgerond op het moment van de aanvraag. Deze aanvragers komen door de aanpassing van de subsidiemodule nu wél in aanmerking voor een subsidie.
Aaneengesloten periode van stopzetten van visserijactiviteiten
Om voor subsidie in aanmerking te komen, mag een aanvraag voor subsidieverlening betrekking hebben op maximaal vijf weken. Dat is bepaald op volledige weken, dat wil zeggen zeven aaneengesloten gehele dagen van 0:00 uur van de eerste dag tot en met 23:59 uur van de zevende dag. In de praktijk blijkt dat een substantieel deel van de aanvragers wel een aaneengesloten periode van zevenmaal 24 uur heeft stilgelegen, maar zich niet precies heeft gehouden aan het tijdslot van 0:00 uur tot en met 23:59 uur, en eerder op een dag is uitgevaren. Nu wordt bepaald dat als een volledige ononderbroken week wordt beschouwd een aaneengesloten periode van 168 uur. 168 uur is de rekensom van 7 (achtereenvolgende dagen) vermenigvuldigd met 24 (uren van de dag).
Meer informatie: Regeling minister van LNV van 27 november 2020, Stcrt. 2020, 62611
Geef een reactie