Wie te veel betaalt voor een onroerende zaak om zo een gunstige lening verstrekt te krijgen, doet er goed aan dit correct te laten verwerken in de koopovereenkomst. Anders loopt men het risico om overdrachtsbelasting te moeten betalen over de volle koopprijs inclusief het te hoge deel.
Een bv was in zo’n positie geraakt. Een niet-gelieerde bank was bereid om onder voorwaarden de bv een gunstig financieringsarrangement te verstrekken. Een belangrijke voorwaarde was dat de bv onroerende zaken zou overnemen van een failliet lichaam tegen een prijs die veel hoger was dan de werkelijke waarde. De bank had namelijk het eerste recht van hypotheek op die onroerende zaken. De Belastingdienst stelde echter dat de bv over de hele aankoopsom overdrachtsbelasting moest betalen. De bv meende dat zij alleen over de werkelijke waarde overdrachtsbelasting moest betalen. Het overschot vormde een vergoeding voor het verkrijgen van gunstig krediet. De bv procedeerde tot aan de Hoge Raad, maar zonder succes. In de koopovereenkomst was geen splitsing aangebracht in een vergoeding voor de onroerende zaken en het verkrijgen van een gunstige lening. Bovendien waren het failliete lichaam en de bank afzonderlijke partijen die ten aanzien van de bv als derden kwalificeerden. De belastingrechter zag geen reden om een lagere grondslag voor de overdrachtsbelasting in aanmerking te nemen.
Wet: artikel 9, eerste lid WBR 1970
Meer informatie: Hoge Raad, 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:254
Geef een reactie