Hof Arnhem-Leeuwarden is anders dan Rechtbank Noord-Nederland van mening dat een telefonisch hoorgesprek in bezwaar kan worden beschouwd als een hoorzitting voor de proceskosten.
Een woningeigenaar ging in bezwaar tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Hij verzocht in het bezwaarschrift tevens om een vergoeding van de proceskosten. Hij werd uitgenodigd voor een hoorzitting. Op verzoek van zijn gemachtigde vond de hoorzitting telefonisch plaats. Belanghebbende werd in het gelijk gesteld, maar kreeg geen vergoeding voor de proceskosten omdat geen sprake zou zijn geweest van een hoorzitting. Er was namelijk geen hoorverslag opgemaakt en belanghebbende was gehoord door een persoon die bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken was geweest.
Volgens de rechtbank was het telefonisch horen geen proceshandeling waarvoor een vergoeding openstond. Het hof deelde deze mening niet. Volgens het hof was tijdens het telefoongesprek en in de uitspraak op het bezwaar duidelijk gemeld dat er sprake was van een hoorgesprek. Het telefonisch hoorgesprek moest volgens het hof daarom worden beschouwd als een hoorzitting, ondanks dat niet was voldaan aan alle formaliteiten voor een hoorzitting.
Wet: Afdeling 7.2 Algemene Wet Bestuursrecht
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 juni 2016 (gepubliceerd 17 juni 2016), ECLI:NL:GHARL:2016:4680
Geef een reactie