In principe doet een dga er goed aan om meteen een rittenregistratie bij te houden. Maar onlangs is een uitspraak gepubliceerd van Hof Arnhem-Leeuwarden. Daaruit blijkt dat het alsnog opstellen van een zorgvuldige rittenregistratie een bijtelling kan voorkomen. Dit geldt des te meer als de belanghebbende nauwkeurige aanvullende informatie levert.
Een bv verhuurde kleine en grote tenten voor feesten en partijen. Zij had diverse bestelauto’s en stelde een daarvan ter beschikking aan haar dga. De dga hield aanvankelijk geen rittenregistratie bij. Hij beschikte evenmin over een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto. Toen de inspecteur ontdekte dat de bv geen loonheffing had ingehouden in verband met het privégebruik van de auto van de zaak, legde hij de bv een naheffingsaanslag loonheffingen op. De bv ging in bezwaar en beroep tegen deze naheffingsaanslag.
Aanvullende informatie
Voor de belastingrechter overlegt de bv een rittenregistratie die alsnog is opgesteld. Hoewel de inspecteur weinig vertrouwen heeft in deze rittenregistratie, denkt het hof daar anders over. Volgens het hof is de achteraf opgestelde rittenregistratie nauwkeurig. Bovendien kan de bv de inhoud van de rittenregistratie onderbouwen met aanvullende informatie. Zo beschikt zij over een ‘Tellerrapport’ uit het register van de RDW overgelegd. Dit rapport vermeldt de jaarlijkse kilometerstanden van de bestelauto in de periode 2002 – 2017. Daarnaast overlegt de bv een gedagtekende werkplaatsbon van een garagebedrijf. Op deze bon staat een kilometerstand van de bestelauto die overeenkomt met de gegevens van de RDW. Al met al weet de bv het hof ervan te overtuigen dat haar dga met de bestelauto minder dan 500 privékilometer op jaarbasis heeft gereden. De belastingrechter vernietigt dan ook de naheffingsaanslag.
Wet: art. 13bis, eerste lid Wet LB 1964
Dagelijks op de hoogte blijven van het laatste fiscale nieuws? Meld u aan voor onze nieuwsbrief!
Geef een reactie