Rechtbank Noord-Nederland heeft beslist dat ook sprake kan zijn van terbeschikkingstelling van een auto aan een werknemer als die auto is aangeschaft door en in eigendom is van een gelieerde vennootschap. In dat geval wordt de vennootschap waartoe de werknemer in dienst staat voor dat voordeel aangemerkt als inhoudingsplichtige.
De rechtbank kwam tot dit oordeel in een zaak waarbij een man in een bedrijfsauto reed die was aangeschaft door een met zijn werkgever gelieerd bedrijf. Die man was werknemer en tevens bestuurder van de eerstgenoemde bv en hij bezat alle aandelen in de andere bv. De vraag was of de bv waartoe de man in dienst stond en waarvan hij tevens bestuurder was de auto aan hem had ter beschikking gesteld. Volgens de fiscus moest die bv (de werkgever) aangemerkt worden als inhoudingsplichtige voor dit voordeel. De rechtbank kwam ook tot deze conclusie en overwoog daarbij het volgende. Het voordeel was weliswaar niet verstrekt door de werkgever, maar door een andere tot het concern behorende vennootschap. Maar die verstrekking had wel plaatsgevonden met medeweten en instemming van de werkgever. Volgens de rechter kon deze situatie op één lijn worden gesteld met het geval waarin het voordeel door de betreffende vennootschappen zou zijn verstrekt in opdracht en voor rekening van de werkgever. Het feit dat in de arbeidsovereenkomst expliciet was opgenomen dat geen auto ter beschikking werd gesteld, de auto niet op de balans van de werkgever stond en bij die werkgever evenmin kosten voor die auto in rekening was gebracht deed er niet toe.
Wet: artikel 13bis Wet op de loonbelasting 1954
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 8 oktober 2013 (gepubliceerd op 15 november 2013), ECLI:NL:RBNNE:2013:6459, AWB-13_1050
Geef een reactie