Betaalt een btw-ondernemer zijn btw-schuld voordat hij de naheffingsaanslag heeft ontvangen, terwijl op zijn aangiftebiljet staat dat hij daarmee moet wachten? Dan is een eventuele naheffingsaanslag terecht opgelegd.
Een vrouw is ondernemer voor de btw en valt tot en met 31 december 2021 onder de kleineondernemersregeling (KOR). Op 26 januari 2022 meldt zij aan de Belastingdienst dat zij niet meer voldoet aan de voorwaarden van de KOR. Daarnaast geeft zij voor het eerste kwartaal van 2022 een bedrag van € 3.710 aan omzetbelasting aan. Op het aangiftebiljet staat onder andere vermeld: ‘Moet u btw betalen? Wacht met betalen tot u de naheffingsaanslag hebt ontvangen’. Maar wanneer de inspecteur de vrouw een naheffingsaanslag omzetbelasting oplegt conform de aangifte, gaat de vrouw in bezwaar. Zij stelt de verschuldigde omzetbelasting al te hebben afgedragen. De fiscus handhaaft echter de naheffingsaanslag, waarop de vrouw in beroep gaat.
Duidelijke instructie om te wachten met betalen
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de aangifte duidelijk vermeldt dat men moet wachten met betalen tot de naheffingsaanslag is ontvangen. De rechtbank vindt daarnaast dat de inspecteur het standpunt heeft mogen innemen dat het bezwaar kennelijk ongegrond was en dat hij de vrouw daarom niet hoefde te horen. Aangezien de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en er geen sprake is van een aan de fiscus te wijten onrechtmatigheid, heeft de vrouw geen recht op een proceskostenvergoeding.
Bron: rechtbank Noord-Holland 9 april 2024 (gepubliceerd 29 juli 2024), ECLI:NL:RBNHO:2024:3971, AWB 23/48
Geef een reactie