De fiscus verklaart een bezwaar dat te laat wordt ingediend in beginsel niet-ontvankelijk. De termijnoverschrijding kan echter verschoonbaar zijn, als de indiener redelijkerwijs niet kan worden geacht in verzuim te zijn geweest. Dit is niet het geval als een aangetekende brief van de Belastingdienst zoekraakt door toedoen van de indiener.
In een zaak voor Hof Arnhem ging een bestuurder van een bv op dit punt de mist in. Begin 2010 werd een onderzoek ingesteld bij de bv, die een jaar later failliet werd verklaard. De inspecteur had de bestuurder bij beschikking van 15 april 2010 aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden van die bv. Deze beschikking werd tot tweemaal toe door middel van een aangetekende brief verzonden naar het woonadres van de bestuurder (volgens de gemeentelijke basisadministratie). De bestuurder maakte op 5 september 2011 bezwaar tegen deze aansprakelijkstelling, dus buiten de bezwaartermijn. Hij stelde dat de huisschoonmaakster tijdens zijn afwezigheid de ongeopende aangetekende brief naar zijn kantoor had meegenomen. De brief was lange tijd zoek en werd pas begin september 2011 teruggevonden in het bureau van een voormalige medewerker. De inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. Zowel de inspecteur als de rechter vond dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Volgens het hof lag het feit dat de brief was zoekgeraakt door het handelen van de schoonmaker in de risicosfeer van de bestuurder. De bestuurder had adequate maatregelen moeten nemen voor het geval hij afwezig mocht zijn om zo mogelijke termijnoverschrijding te voorkomen. De aansprakelijkstelling kwam immers niet zomaar uit de lucht vallen. De inspecteur had daartoe besloten naar aanleiding van zijn bevindingen tijdens het onderzoek bij de failliete bv. Het hof verklaarde het beroep van de bestuurder dan ook ongegrond.
Wet: artikel 6:7 en 6:11Awb, artikel 49 Invorderingswet 1990
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem, 30 oktober 2012 (gepubliceerd 15 november 2012), LJN: BY3251
Geef een reactie